#TIP1: Kies de juiste maaswijdte
Slowfeeders en hooinetten bestaan er in allerlei soorten en maten. Kort door de bocht kan je stellen dat alles met een maaswijdte van 3 x 3 cm (de meest gangbare maat) of kleiner het label ‘slowfeeder’ verdient, terwijl netten met grotere gaten nauwelijks bijdragen aan een vertraging van het eetproces. De moeilijkste slowfeeders hebben mazen van slechts 1 x 1 cm groot. Om te kunnen variëren in je aanbod, is het handig om netten met verschillende maaswijdtes aan te kopen.#TIP2: Kies een slowfeeder die bij je paard past
Natuurlijk is het effect van een slowfeeder sterk afhankelijk van het paard dat je wil bedienen. Met een net met mazen van 3 x 3 cm kan een shire of Brabants trekpaard al wat moeite hebben, terwijl een shetlandpony het in één ruk leeg eet.Wanneer je paard nog een echte beginner is, start je best met relatief grote maaswijdtes. Je wil immers niet dat je paard gefrustreerd raakt of dat het de strijd opgeeft en onvoldoende ruwvoer opneemt. Sommige paarden zijn al snel heel handig met het ontfutselen van hooi uit een slowfeeder, andere hebben wat meer tijd nodig om te wennen.
#TIP3: Moedig een natuurlijke eethouding aan
In het wild zijn paarden niet alleen grazers, maar eten ze ook van struiken en bomen. Ruwweg 80% van de tijd eten ze echter met hun neus tussen grond- en kniehoogte. Die verhouding kan je nabootsen via het doordacht inzetten van slowfeeders. Het merendeel van het ruwvoer bied je dan ook best aan in een bak of frame waarover je een net spant. Daarnaast kan je enkele slowfeeders ophangen in de hoogte. Doe dat alleen boven een verharde ondergrond, zodat je paard geen zand opeet wanneer hij het gemorste hooi opruimt.#TIP4: Bied verschillende maaswijdtes aan
Gebruik in de basis hooinetten waar je paard een beetje moeite voor moet doen, zonder dat het zijn eetproces al te fel vertraagt. Een maaswijdte van 3 x 3 cm is een prima keuze om het merendeel van je ruwvoer in aan te bieden. Daarnaast kan het interessant zijn om een extra net op te hangen dat wat meer uitdaging biedt, bijvoorbeeld met mazen van 2 x 2 cm. Met een beetje extra inspanning kan je paard dan nog steeds aan voedsel geraken wanneer het makkelijker beschikbare hooi op is, bijvoorbeeld gedurende de nacht.#TIP5: Maak meer voerplekken dan je paarden hebt
Zorg er altijd voor dat elk paard toegang heeft tot een hooinet van eenzelfde moeilijkheidsgraad als zijn kuddegenoten. Door méér voederplekken in te richten dan je paarden hebt, voorkom je dat zelfzekere paarden het voedselaanbod voor zichzelf opeisen en ontstaat er geen ruzie in de groep.#TIP6: Vermijd het gebruik van metalen slowfeeders
Metalen rasters over een bak met hooi zijn niet zo geschikt als slowfeeder. Afhankelijk van de techniek die je paard gebruikt, kunnen ze ernstige slijtage veroorzaken aan de snijtanden. Bovendien maakt het een kletterend geluid tijdens het eten, wat voor behoorlijk wat stress kan zorgen. Span liever een net van touwen over de bak, dat is veel zachter voor de paardenmond.#TIP7: Heb oog voor goed materiaal
Ook in de keuze van netten heb je veel mogelijkheden. Hooinetten met grote mazen zijn vaak ‘geknoopt’, waardoor ze iets harder zijn voor de lippen van je paard. Je kan ze bijvoorbeeld gebruiken om stro in aan te bieden, als tussendoortje om de nacht door te komen, maar zorg ook voor voldoende ruwvoer in netten zonder knopen.Hoe zachter het materiaal, hoe meer geschikt een hooinet is voor gevoelige paardenlippen. Daar staat wel tegenover dat stuggere netten over het algemeen langer meegaan. Sommige hooinetten bestaan uit touwen met een kern binnenin en breken nog minder snel.
#TIP8: Begin met een uurtje slowfeeder-tijd
Heb je je eerste slowfeeder aangekocht? Gooi je paard dan niet meteen voor de leeuwen, maar laat het langzaam wennen aan deze nieuwe manier van eten. Trek in eerste instantie een uurtje uit om een gevulde slowfeeder te introduceren aan je paard. Blijf de hele tijd in de buurt of trek zelfs samen met je paard plukjes hooi uit het net. Haal de slowfeeder na een uurtje weer weg en voeder voorts op de vertrouwde manier.Begint je paard het slow feeden onder de knie te krijgen, bied hem dan gedurende een aantal dagen een gevulde slowfeeder aan in combinatie met zijn normale voederschema. Door hem stap voor stap te laten wennen, voorkom je dat hij gefrustreerd raakt of te weinig eten binnenkrijgt. Pas wanneer de netten elke dag netjes leeg gegeten worden, kan je overschakelen op uitsluitend slowfeeders.
#TIP9: Veiligheidstips bij het voeren in slowfeeders
Bedenk bij het inrichten van je voederplekken vooraf wat er zou kunnen misgaan. Het veiligste is een slowfeedernet dat je over een hooibak spant, of een net dat je vult en erin vastmaakt met karabijnhaken, waar je paard niet met zijn benen in verzeild kan raken. Hang je je slowfeeders omhoog, hang ze dan hoog genoeg zodat je paard er niet met zijn hoef in kan verstrikt raken en/of zorg ervoor dat de maaswijdte kleiner is dan de kleinste hoefjes in jouw kudde.Het is trouwens altijd een goed idee om veiligheidssluitingen te gebruiken die losschieten wanneer er té veel druk op komt te staan. In plaats van een karabijnhaak rechtstreeks aan een oog in de hooibak of aan de muur te bevestigen, kan je bijvoorbeeld een veiligheidssluiting aanbrengen tussenin. Dat breekt niet zo snel tijdens het eten, maar wel wanneer je paard op één of andere manier aan het hooinet vast zou komen te hangen.