Katten chippen: hoe was de situatie vroeger?
Sinds 2017 wordt elke nieuwe kat in België verplicht gechipt. De chip wordt geplaatst door een dierenarts, die de gegevens doorgeeft aan een centrale databank. Daarin wordt elk uniek chipnummer gekoppeld aan een kat die het nummer haar leven lang behoudt. Bij elke kat hoort ook een eigenaar, waarvan het rijksregisternummer wordt opgenomen in de database. Bij een verhuis ga je naar de gemeente om je domicilie aan te passen en die info wordt opgeslagen in het rijksregister. Wanneer je je verhuis vergeet door te geven aan catID, kan men via je rijksregisternummer toch achterhalen waar je op elk moment woont.Privacy-wet beschermt jouw gegevens
Het enige probleem is dat de gegevens uit het rijksregister niet zomaar bekend mogen worden gemaakt. Enkel bevoegde personen, zoals dierenartsen en de gewestelijke dienst Dierenwelzijn, zullen die gegevens kunnen inkijken wanneer ze ingelogd zijn met hun eigen identiteitskaart. De lokale politie en andere gemeentelijke diensten hebben die bevoegdheid niet.Ook de vele vrijwilligersorganisaties die zich het lot van verloren gelopen dieren aantrekken, zullen geen toegang meer krijgen tot die belangrijke informatie. En zelfs wanneer je een gevonden dier aanmeldt bij een dierenartsenpraktijk in je buurt, bestaat de kans dat de dierenartsassistente je niet kan verder helpen omdat de bevoegde dierenarts op huisbezoek is. Daarom wordt het vanaf mei moeilijker om snel een dier weer aan zijn eigenaar te koppelen, tenzij je uitdrukkelijk toestemming geeft om de gegevens van je kat openbaar te maken.