Vraag

Hoe introduceer ik een hond aan mijn kat?

Ik ga bijna verhuizen en heb dan een mooie tuin. Omdat ik wil vermageren, raadde de dokter een hond aan om mij in beweging te zetten. Ik wil al langer een hond als familielid, liefst een golden retriever, maar ik heb al een kat in huis. Hoe pak ik dat het beste aan?

Geef je kat tijd om te wennen aan haar nieuwe huis

 
Katten zijn gewoontedieren en jij wil heel wat veranderen aan haar luilekkere leventje. Geef haar daarom eerst uitgebreid de tijd om te wennen aan haar nieuwe woonst, vooraleer je er nog een extra uitdaging bovenop gooit. Die aanpak heeft ook het meeste kans op succes op de lange termijn. Een kat die zich helemaal thuis voelt in haar huis, weet waar ze zich kan verstoppen, op welke plekken ze op de uitkijk kan zitten, waar ze kan eten, drinken en naar de kattenbak gaan … zal sneller een nieuweling in haar territorium accepteren omdat ze weet waar ze veilig is. Lees hier hoe je de stress kan minimaliseren tijdens een verhuis met je kat.
 
 

Bereid je nieuwe huis voor op de komst van een hond

 
Katten houden niet van verandering, dus loont het de moeite om je nieuwe huis nu al voor te bereiden op het moment dat er een hond in huis komt. Offer eventueel een slaapkamer op als permanente ‘kattenkamer’, waar geen honden toegelaten zijn en je kat zich altijd veilig voelt. Zorg er in ieder geval voor dat alles wat belangrijk is voor je kat (voedsel, water, kattenbak, speelgoed, slaapplek, …) onbereikbaar is voor je toekomstige hond. 
  
In het begin is het sowieso een goed idee om aparte plekken te hebben voor je hond en voor je kat. Met puppypanelen kan je bijvoorbeeld een bepaald deel van je woonkamer afsluiten voor je hond. Door aan de kant van de kat karton te bevestigen aan de panelen, voorkom je dat de hond naar de kat gaat staren. Zorg voor voldoende verstopplekken in dat deel (en de rest) van je huis, zodat je kat vluchtmogelijkheden heeft. Voorzie ook veilige manieren voor je kat om op belangrijke plekjes te raken, zodat ze nooit het gevoel heeft te moeten ‘rennen voor haar leven’. Dat kan je o.a. doen met een aangepaste kattenmuur of door de sofa nét zover van de muur te plaatsen dat er wel een kat, maar geen hond achter past.  
 
Wil je je kat binnenkort naar buiten laten via een kattenluikje? Installeer dat dan op een plek waar je hond haar niet kan blokkeren: in een aparte kamer of - nog beter - in een (hoger) raam. Dat geeft je kat een veiliger gevoel bij het binnenkomen of buitengaan. Laat je je kat via de deur naar buiten, dan kan je aan weerszijden een verhoogje installeren waarop de kat haar beurt kan afwachten. Zo kan ze vanop een veilige hoogte de omgeving scannen (waar is de hond?) vooraleer ze ook effectief doorheen de deur durft.  
 
 

Schat het karakter van je kat in 

 
Hoe graag je ook een hond wilt om je leven te verrijken, je kat was er eerst en moet haar levenskwaliteit kunnen behouden.
Een volwassen kat die nooit eerder (op een positieve manier) in aanraking kwam met een hond, zal op haar instincten rekenen wanneer ze oog in oog staat met dit potentiële roofdier. Daarbij heeft ze de keuze tussen vluchten, vechten of bevriezen. Gaat ze vluchten, dan triggert ze (mogelijk) het jachtinstinct van de hond. Een vechtreactie zal vaak in een tegenaanval resulteren. En gaat ze bang bibberen in een hoekje, dan vergaat ze van de stress. 
 
Geen van bovenstaande drie uitkomsten zijn aangenaam voor je kat. Is je kat bang van aard of zie je haar wel eens agressie inzetten naar vreemde honden, dan moet je jezelf oprecht afvragen of jouw hondenwens écht belangrijker is dan het welzijn van je kat. In dat geval kan je er ook voor kiezen om vrijwilliger te worden bij een asiel in je buurt, waar je regelmatig kan gaan wandelen met honden zonder ze in het territorium van je kat te introduceren.  
 
Heeft je kat daarentegen een stabiele persoonlijkheid, blaakt ze van zelfvertrouwen en laat ze zich niet uit het lood slaan door de aanwezigheid van een hond? Dan hebben jouw plannen wél kans op slagen. Vooral katten die tijdens de eerste zes maanden van hun leven reeds leuke (of neutrale) ontmoetingen hadden met honden, staan later open om vredevol samen te wonen. Komen er regelmatig rustige, brave honden bij jou over de vloer en doet je kat dan gewoon haar ding, dan zal ze op termijn ook met jouw nieuwe maatje door één deur kunnen. 
 
 

Kies een hond die goed met katten omgaat 

 
Omdat je kat toch minstens enkele maanden nodig heeft om zich helemaal thuis te voelen in je nieuwe woonst, heb je lekker veel tijd om een geschikte hond uit te zoeken. Honden met een sterk jachtinstinct kunnen het vaak niet weerstaan om achter een vluchtende kat aan te gaan. Herdershonden hebben dan weer de neiging om een kleiner huisdier te besluipen of doordringend aan te staren. Beide scenario’s geven je kat een onveilig gevoel en zijn daarom te vermijden. 
 
Hoe vind je dan een hond die wél correct omgaat met katten? Je kan bijvoorbeeld de websites van asielen en herplaatsingsorganisaties in de gaten houden. Daar komen regelmatig honden terecht die het gewend zijn om samen te leven met katten. Hoewel je kat nog steeds zal moeten wennen aan zijn nieuwe huisgenoot, weet de geadopteerde hond reeds dat hij zich niets hoeft aan te trekken van een miauwend gezinslid. Dit scenario heeft waarschijnlijk het meeste kans op slagen. 
 
Wil je toch voor een pup kiezen, zoek dan bij voorkeur een fokker uit waar katten en honden samen in huis leven. Leg jouw situatie uit aan de fokker zodat hij voor jou een pup kan uitkiezen met een katvriendelijk karakter: rustig, empathisch en zonder overdreven jachtinstinct.
 
Start meteen met het aanleren van enkele belangrijke basiscommando’s, ook wanneer de twee dieren nog niet met elkaar in contact komen. Leer je hond om te zitten, naar zijn mand te gaan, rustig te zijn in een bench of puppyren en om dingen los te laten. Op die manier is het later makkelijker om je kat rustig te laten wennen aan de hond. 
 
 

Eerste stap: geuruitwisseling tussen hond en kat 

 
Een goede voorbereiding is het halve werk, besteed dus voldoende aandacht aan alles wat hierboven beschreven staat. Hou beide dieren in het begin volledig van elkaar gescheiden, zodat ook de hond tijd krijgt om te wennen aan zijn nieuwe huis en eigenaar. Pas wanneer beide dieren zich helemaal op hun gemak voelen, kan je voorzichtig starten met de introductie. 
 
Dat doe je door eerst geuren uit te wisselen. Als het goed is, hebben beide dieren al aan jouw handen en kledij kunnen ruiken dat er nog een derde partij in huis woont. Toch is het een goed idee om bijvoorbeeld een doekje met de geur van je hond bij je kat te leggen, op een moment dat het dier ontspannen is. Ruikt je kat er even aan en gaat ze dan over tot de orde van de dag? Perfect! Is je kat echter helemaal van haar melk of reageert ze zelfs agressief, neem het dekentje dan meteen weer weg en probeer het enkele dagen later nog eens. Doe hetzelfde bij je hond met de geur van je kat. 
 
Geleidelijk aan kan je de geur op de doekjes intenser maken, door het doekje bijvoorbeeld een nachtje te laten ‘slapen’ bij je huisdieren. Kijken ze allebei niet meer op van de nieuwe geurtjes? Dan kan je een stapje verder gaan. Leg het doekje op elkaars slaapplaats, zodat de geuren van beide dieren zich met elkaar vermengen zoals in een (h)echte sociale groep. 
 
 

Eindelijk: de introductie van een hond aan je kat 

 
Pas wanneer de dieren 100% gewend zijn aan elkaars geur, mogen ze elkaar voor het eerst zien. Het is cruciaal dat deze eerste ontmoeting positief verloopt, zorg er dus voor dat beide partijen niet bij elkaar kunnen raken! Zet je hond bijvoorbeeld achter een hek of plaats een vliegenraam tussen de dieren. Geef je kat voldoende (hoge) plekjes om zich terug te trekken, zodat ze de situatie vanop een veilige afstand kan overzien. Vraag hulp aan iemand die bij de kat kan postvatten om beloningen uit te delen tijdens dit belangrijke hoofdstuk van de introductie; zelf blijf je bij de hond (of omgekeerd). 
 
Opdat de hond zich niet te hard focust op de kat, vraag je hem een eenvoudige oefening uit te voeren: naar jou kijken, een target aanraken, in zijn mandje liggen … Je kan hem ook wat brokken geven in een snuffelmat, zodat hij zich rustig bezighoudt in de nabijheid van de kat, zonder aandacht aan haar te schenken. Speel geen ‘jachtige’ spelletjes met je hond in deze fase, want dat zal je kat bang maken. Hou je hond aan de leiband, zodat je kan ingrijpen wanneer hij toch zou uithalen naar de kat. 
 
Je co-trainer vat ondertussen post bij je kat. Voelt die zich zelfzeker genoeg om uit haar schuilplaats te komen? Dan kan hij haar trakteren met wat natvoer of wat lekkere kattensnoepjes. Je kan je kat ook belonen met een hengelspel, maar doe dat alleen uit het zicht van je hond zodat die niet te opgewonden raakt. Is je kat er nog niet aan toe om haar schuilplek te verlaten, probeer het dan morgen nog eens. Doe dit dagelijks of tweemaal daags en bekijk op welke manier je dieren groeien in dit proces.
 
Pas wanneer beide dieren zich comfortabel voelen in elkaars aanwezigheid, kan je de barrière tussenin weghalen - al is het aan te raden je hond nog steeds aangelijnd te houden. Op die manier kan je steeds een stapje verder gaan, maar het is niet de bedoeling dat de twee dieren ook een fysieke interactie met elkaar aangaan. Je wil boven alles dat beide partijen zich veilig en op hun gemak voelen, terwijl de andere aanwezig is. 
 
Denk eraan dat dit proces weken tot maanden kan duren.
Laat hond en kat nooit alleen in dezelfde ruimte wanneer je weggaat, tot je er zeker van bent dat ze elkaar in alle omstandigheden dulden. Zelfs dan is het nog steeds fijn voor je kat om veilige vluchtroutes een eigen ‘kattenkamer’ te hebben waar je hond geen toegang toe heeft, zodat ze zich kan terugtrekken wanneer ze daar nood aan heeft.