Vraag
Hoe houden we onze hond uit de zetel?
Drie maanden geleden adopteerden we een Roemeense straathond. Hij verliest veel haar dus hebben we hem liever niet in de zetel. Als wij thuis zijn, doet hij het meestal niet. Maar als we er niet zijn, moeten we de zetel vol kartonnen dozen leggen. Hoe kunnen we hem dit afleren zonder telkens onze zetel te moeten verbouwen?
Of je je hond nu wel of niet in de zetel toelaat, is een persoonlijke keuze. Sommige mensen kiezen hun meubilair uit in functie van hun huisdieren en nestelen zich elke avond voor de tv met hun hond, andere mensen hebben liever geen haren op hun pyjama en kopen een superdeluxe hondenmand voor hun viervoeter.
Welk scenario jij ook kiest, maakt niets uit voor de band met je hond, als je je zelfgekozen regels maar consequent volhoudt. Overdag op de grond en ‘s avonds in de zetel, dat begrijpt geen enkele hond. En als je kinderen stiekem de hond wel in de zetel uitnodigen, wordt het helemaal verwarrend. Honden houden van duidelijkheid en structuur: maak dus een weloverwogen keuze en hou je daaraan.
Maar hoe ga je nu te werk als je ervoor gekozen hebt dat de zetel een no-go zone is voor je hond? Dat lukt het best door hem een alternatief aan te leren. Bedenk eerst wat je wél verwacht van je hond en train hem om jouw droomscenario uit te voeren. Met deze tips helpen we jou op weg!
Je hond heeft vast zo zijn redenen om zich op jouw zitplaats neer te vlijen. Misschien houdt hij van de zachte textuur van je designzetel of vindt hij het geweldig om een ‘holletje’ te maken met de kussens en dekentjes op je bank. Probeer te ontdekken wat hij zo geweldig vindt aan jouw zetel en boots die kwaliteiten na op een plek die exclusief is voor je hond.
Denk ook goed na over de locatie van dit eigen plekje. Als je hond in de zetel gaat liggen om een goed overzicht van de woonkamer te hebben, zet zijn mand dan niet in een donker hoekje waar hij niemand stoort. Sommige honden gebruiken de zetel als uitkijkpost om naar buiten te turen, ook daarmee kan je rekening houden bij het inrichten van je hondenplekje.
Voorkom dat je hond op de bank springt door hem telkens te vragen om er weer van af te gaan - zelfs als hij het maar met één pootje probeert. Zeg met vriendelijke stem ‘af’ of ‘uit’ en begeleid hem met een koekje van de zetel of gooi wat snoepjes op de grond. Je kan dit ook oefenen samen met het commando ‘op’, met een obstakel waar hij wél op en af mag springen. Zo is het commando niet altijd gekoppeld aan het weggaan uit de zetel, maar wordt het een standaardopdracht die je nog vaker kan gebruiken (bijvoorbeeld wanneer je hond uit de auto mag springen). Eens je je hond uit de zetel hebt gehaald, is het de bedoeling dat hij naar zijn privé-stekje gaat.
Je hond zal niet zomaar zijn favoriete plekje in de zetel opgeven voor die nieuwe plek, misschien moet je hem nog overtuigen. Train je hond om op jouw vraag naar zijn plaats te gaan. Doe dat door wat koekjes in de mand te gooien en je hond telkens te belonen wanneer hij een poot op zijn plekje zet. Ga steeds verder en leer je hond ook om te gaan zitten of liggen in zijn mand. Wanneer hij dat goed doet, koppel je er een commando aan, bijvoorbeeld ‘plaats’, ‘mandje’ of ‘in je bed’. Beloon je hond ook telkens wanneer hij spontaan in zijn mandje gaat liggen.
Springt je hond toch nog op de zetel? Vraag hem dan vriendelijk om ‘uit’ de zetel te springen en naar zijn ‘mandje’ te gaan. Zorg ervoor dat het altijd leuk is op zijn plaatsje, met speelgoed, zachte dekentjes en lekkere kluiven.
Een belangrijk onderdeel van elke training is het voorkomen dat je hond in de fout kan gaan. Want tot nu toe heeft je hond alleen nog maar geleerd dat hij beloond wordt om in zijn mand te liggen wanneer jij thuis bent. Je kan het hem niet kwalijk nemen dat hij toch nog zijn kans waagt wanneer je niet in de buurt bent om een oogje in het zeil te houden. Zorg er dus voor dat je hond nooit bij de zetel kan als er niemand thuis is: zet hem in een andere kamer, sluit de deur van de woonkamer of laat je hond voor korte tijd in de bench wachten. Het vullen van je zetel met kartonnen dozen, wasmanden, omgekeerde stoelen of andere obstakels werkt ook, maar is misschien iets meer gedoe.
Soms wordt er aangeraden om strenger op te treden tegen een hond die ongewenst gedrag vertoont. Door je hond hard te laten schrikken, bekom je misschien wel het gewenste resultaat (een hond die niet meer in de zetel komt), maar er zijn enkele serieuze neveneffecten verbonden aan deze tactiek.
Ten eerste leert je hond niet van welk gedrag jij wél blij wordt - hij weet enkel dat hij voor geen geld ter wereld nog in de buurt van de zetel wil komen. Bovendien zijn dit soort adviezen nefast voor de band met je hond: iemand die hem bang maakt om zijn zin te bereiken, zal hij niet zo snel als ‘vriend voor het leven’ beschouwen.
Verplaats je dus in de huid van je hond en zoek naar manieren om hem op een positieve manier te overtuigen van jouw ideeën. En als je hem even niet kan begeleiden, zorg er dan voor dat hij niet in de fout kan gaan. Zo hoef je nooit meer kwaad te worden op je allerbeste maatje!
Welk scenario jij ook kiest, maakt niets uit voor de band met je hond, als je je zelfgekozen regels maar consequent volhoudt. Overdag op de grond en ‘s avonds in de zetel, dat begrijpt geen enkele hond. En als je kinderen stiekem de hond wel in de zetel uitnodigen, wordt het helemaal verwarrend. Honden houden van duidelijkheid en structuur: maak dus een weloverwogen keuze en hou je daaraan.
Maar hoe ga je nu te werk als je ervoor gekozen hebt dat de zetel een no-go zone is voor je hond? Dat lukt het best door hem een alternatief aan te leren. Bedenk eerst wat je wél verwacht van je hond en train hem om jouw droomscenario uit te voeren. Met deze tips helpen we jou op weg!
1. Installeer een knusse plek voor je hond
Je hond heeft vast zo zijn redenen om zich op jouw zitplaats neer te vlijen. Misschien houdt hij van de zachte textuur van je designzetel of vindt hij het geweldig om een ‘holletje’ te maken met de kussens en dekentjes op je bank. Probeer te ontdekken wat hij zo geweldig vindt aan jouw zetel en boots die kwaliteiten na op een plek die exclusief is voor je hond.
Denk ook goed na over de locatie van dit eigen plekje. Als je hond in de zetel gaat liggen om een goed overzicht van de woonkamer te hebben, zet zijn mand dan niet in een donker hoekje waar hij niemand stoort. Sommige honden gebruiken de zetel als uitkijkpost om naar buiten te turen, ook daarmee kan je rekening houden bij het inrichten van je hondenplekje.
2. Leer je hond de opdracht ‘uit’
Voorkom dat je hond op de bank springt door hem telkens te vragen om er weer van af te gaan - zelfs als hij het maar met één pootje probeert. Zeg met vriendelijke stem ‘af’ of ‘uit’ en begeleid hem met een koekje van de zetel of gooi wat snoepjes op de grond. Je kan dit ook oefenen samen met het commando ‘op’, met een obstakel waar hij wél op en af mag springen. Zo is het commando niet altijd gekoppeld aan het weggaan uit de zetel, maar wordt het een standaardopdracht die je nog vaker kan gebruiken (bijvoorbeeld wanneer je hond uit de auto mag springen). Eens je je hond uit de zetel hebt gehaald, is het de bedoeling dat hij naar zijn privé-stekje gaat.
3. Leer je hond zijn ‘plaats’ leuk vinden
Je hond zal niet zomaar zijn favoriete plekje in de zetel opgeven voor die nieuwe plek, misschien moet je hem nog overtuigen. Train je hond om op jouw vraag naar zijn plaats te gaan. Doe dat door wat koekjes in de mand te gooien en je hond telkens te belonen wanneer hij een poot op zijn plekje zet. Ga steeds verder en leer je hond ook om te gaan zitten of liggen in zijn mand. Wanneer hij dat goed doet, koppel je er een commando aan, bijvoorbeeld ‘plaats’, ‘mandje’ of ‘in je bed’. Beloon je hond ook telkens wanneer hij spontaan in zijn mandje gaat liggen.
Springt je hond toch nog op de zetel? Vraag hem dan vriendelijk om ‘uit’ de zetel te springen en naar zijn ‘mandje’ te gaan. Zorg ervoor dat het altijd leuk is op zijn plaatsje, met speelgoed, zachte dekentjes en lekkere kluiven.
4. Laat je hond niet bij de zetel wanneer hij alleen is
Een belangrijk onderdeel van elke training is het voorkomen dat je hond in de fout kan gaan. Want tot nu toe heeft je hond alleen nog maar geleerd dat hij beloond wordt om in zijn mand te liggen wanneer jij thuis bent. Je kan het hem niet kwalijk nemen dat hij toch nog zijn kans waagt wanneer je niet in de buurt bent om een oogje in het zeil te houden. Zorg er dus voor dat je hond nooit bij de zetel kan als er niemand thuis is: zet hem in een andere kamer, sluit de deur van de woonkamer of laat je hond voor korte tijd in de bench wachten. Het vullen van je zetel met kartonnen dozen, wasmanden, omgekeerde stoelen of andere obstakels werkt ook, maar is misschien iets meer gedoe.
Waarom straffen niet helpt
Soms wordt er aangeraden om strenger op te treden tegen een hond die ongewenst gedrag vertoont. Door je hond hard te laten schrikken, bekom je misschien wel het gewenste resultaat (een hond die niet meer in de zetel komt), maar er zijn enkele serieuze neveneffecten verbonden aan deze tactiek.
Ten eerste leert je hond niet van welk gedrag jij wél blij wordt - hij weet enkel dat hij voor geen geld ter wereld nog in de buurt van de zetel wil komen. Bovendien zijn dit soort adviezen nefast voor de band met je hond: iemand die hem bang maakt om zijn zin te bereiken, zal hij niet zo snel als ‘vriend voor het leven’ beschouwen.
Verplaats je dus in de huid van je hond en zoek naar manieren om hem op een positieve manier te overtuigen van jouw ideeën. En als je hem even niet kan begeleiden, zorg er dan voor dat hij niet in de fout kan gaan. Zo hoef je nooit meer kwaad te worden op je allerbeste maatje!