Beestig

1. Eén konijn is geen konijn 

Een konijn zonder vriendje, is als een café zonder bier. Verdubbel dus meteen je huisdierplan voor de komende tien jaar: konijnen hou je het best in duo’s. Eenzame konijnen gaan treurig door het leven, ontwikkelen mogelijk gedragsproblemen en kunnen zelfs ronduit depressief worden. Ze worden bovendien sneller ziek én leven minder lang. Moeten we er nog een tekeningetje bij maken? Konijnen hoor je niet alleen te houden. Punt.  
 
  

2. Geef je konijnen de ruimte 

Denk vooraf na over de plaats die je je konijnen (meervoud!) kan bieden. Je hebt vast al een hok en een ren voorzien, maar kunnen je toekomstige huisdieren er ook echt in ‘rennen’? Dat is één van de basisvereisten om konijnen in goede gezondheid én conditie te houden. Heb je geen grote ren voorzien, dan zal je dagelijks wat tijd moeten vrijmaken om je konijnen zich te laten uitleven op je gazon of in je woonkamer. Heb je wel eens gehoord van ‘zoomies’ en ‘binkies’? Zoek die termen maar eens op op Youtube: je wordt er instant vrolijk van en vergeet nooit meer dat konijnen véél plaats nodig hebben! 
 
  

3. Verdiep je in lichaamstaal 

Kan jij het je voorstellen dat je moet samenleven met iemand waarvan je de taal niet spreekt? Dat is erg lastig, want hoe moet je dan weten hoe die persoon zich voelt en wat hij nodig heeft? Konijnen kunnen onze taal niet leren, maar wij kunnen ons wel verdiepen in hun lichaamstaal. Lees je in of volg een workshop ‘konijnentaal’ zodat je tijdig problemen opmerkt wanneer die zich voordoen. Observeer dagelijks gedurende een tiental minuten je duo om hun ‘normale’ gedragspatronen te leren kennen. Zo valt het des te sneller op wanneer ze zich anders gedragen, een teken aan de wand om hen medisch te laten onderzoeken of een gedragsdeskundige in te schakelen. 
  
  

4. Knuffelen? Nee bedankt! 

Kies jij voor een stel konijnen omdat ze er zo snoezelig uitzien? Dan moeten we je teleurstellen. Konijnen zijn prooidieren die voortdurend de omgeving scannen om gevaren op te merken. Ze staan ook altijd klaar om te vluchten - mocht dat nodig zijn. Wanneer jij hen optilt, vastpakt of trakteert op een goedbedoelde knuffel, ontneem je hen die mogelijkheid. Geloof ons: konijnen vinden het ronduit verschrikkelijk omdat ze in het wild alleen worden opgepakt indien ze worden gegrepen door een roofdier. Wie voorgaande tip ter harte genomen heeft, zal dat ongetwijfeld opmerken aan de lichaamstaal van zijn huisdieren. Maar als je je konijnen niet mag optillen, hoe krijg je hen dan weer in hun ren of bij de dierenarts? Leer hen van bij het begin om vrijwillig in een transportbox te huppelen, waarmee je ze veilig naar een andere plek kan brengen. 

5. Iedereen naar de konijnenschool! 

Ben jij niet de enige huisgenoot van je toekomstige konijnen, neem dan je verantwoordelijkheid en informeer ook je partner en kinderen over de do’s en dont’s omtrent hun nieuwe huisdieren. De basisregel - niet optillen - moet er misschien wel ingedrild worden, maar het is ook wenselijk om hen te leren geduldig te zijn en vertrouwen op te bouwen. Vraag ook om altijd rustig te zijn in de buurt van je konijnen, want ze houden niet van drukte en luide geluiden. Vrees je dat dat onmogelijk is met jouw hyperactieve kids? Dan kies je beter voor een ander huisdier. Konijnen en kinderen zijn niet per se een goede match! 
 
Lopen er nog andere huisdieren rond in jouw huis, dan hebben ook zij nood aan duidelijke regels. Een hond hoort niet te jagen achter de konijnen en zelfs van een nieuwsgierige, starende kat kunnen ze helemaal van hun melk raken. Observeer de lichaamstaal van jouw konijnen en zorg ervoor dat ze zich steeds veilig voelen in hun eigen leefruimtes met genoeg schuilmogelijkheden. 
 
  

6. Moet er nog hooi zijn? 

Zorg dat je alles in huis hebt om je konijnen een gezond voedingspatroon aan te bieden. Tachtig procent van hun rantsoen hoort te bestaan uit hooi waarvan ze de ganse dag kunnen knabbelen. Dat basisvoedsel kan je aanvullen met groene bladgroenten en kruiden. Konijnenkorrels geef je met mate: niet meer dan 18 - 20 g per kilogram lichaamsgewicht. Af en toe een snoepje mag, maar kies dan voor gezonde snacks zonder suiker. Een blokje fruit, een plakje banaan of een schijfje wortel vinden konijnen superlekker, maar hun hoge suikergehalte maakt er een echt ‘toetje’ van - alleen met mate geven dus!
 
 

7. Verrijking. Wasda? 

Geef je konijnen iets te doen, zodat ze zelf geen (ongewenste) activiteiten gaan verzinnen. Onder ‘verrijking’ vallen alle aanpassingen die je kan doen aan het verblijf van je konijn of de manier waarop je voedsel aanbiedt, waarmee je hun levenskwaliteit verbetert. In dit artikel verzamelen we 10 haalbare tips om het welzijn van jouw konijnen naar een hoger niveau te tillen. 

8. Jaarlijkse gezondheidscheck 

Ga op zoek naar een dierenarts in jouw buurt die ervaring (en affectie) heeft met konijnen, voor je hem dringend nodig hebt. Het geeft een gerust gevoel om dat belangrijke telefoonnummer bij de hand te hebben als er zich een noodgeval voordoet. Behalve wanneer je konijn ziek of gewond is, kan je er ook langsgaan voor een jaarlijkse (of liever nog: halfjaarlijkse) gezondheidscheck. Op dat moment worden het gebit, de oren, de ogen, het hart, de longen, hun onderkant en buik nagekeken, zodat eventuele aandoeningen al vroeg in de kiem gesmoord kunnen worden. Merk je dat je konijn niet meer eet of geen keutels maakt? Anders dan bij honden en katten - waarbij je het wel een dagje kan aanzien - is dat een echt spoedgeval! 
 
  

9. Vaccineren … 

Wanneer je dan toch bij de dierenarts bent voor een controle, kan je je konijnen meteen ook laten vaccineren. Dat is zelfs voor binnenkonijnen een echte must! Via jouw schoenzolen of via insecten die van buiten mee naar binnen komen, kunnen ze vreselijke ziektes oplopen. Gelukkig bestaan er goede vaccins tegen myxomatose, RHDV1 en RHDV2, drie dodelijke konijnenziekten die in ons land in het wild voorkomen en onze huiskonijnen kunnen besmetten. 
 
 

10. … en castreren 

Heb je gekozen voor een jong stel konijnen? Maak dan nu al een afspraak bij de dierenarts om hen te laten castreren. Daarbij worden de belangrijkste hormoonproducerende voortplantingsorganen (eierstokken, baarmoeder, testikels) verwijderd. Dat heeft niet alleen als voordeel dat je nooit onverwacht ‘konijnengrootouder’ zal worden, het tempert ook het hormonale gedrag van beide geslachten. Zo is de kans groter dat je konijnen BFF’s worden en blijven. Heb je twee konijnen van een verschillend geslacht op het oog? Hou hen dan apart tot na de castratie, want konijnen zijn reeds vruchtbaar vanaf een leeftijd van 10 à 12 weken.