Oorsprong: waar komt de axolotl vandaan?
De axolotl is afkomstig uit Mexico, waar hij van nature voorkomt in enkele grote bergmeren ten zuiden van Mexico City. Die meren komen door stadsuitbreiding steeds meer onder druk te staan, waardoor ze omgevormd worden tot kanalen en de axolotl zijn leefgebied ziet verdwijnen. Bovendien heeft hij in het overblijvende water last van vervuiling én van roofzuchtige, exotische vissen die in de meren worden uitgezet. Met slechts 50 tot 1000 overblijvende exemplaren in het wild, staat de axolotl dan ook op het randje van uitsterven.De moeilijkheden waarin de wilde axolotl verkeert staan in schril contrast met het gemak waarmee hij in gevangenschap gehouden wordt. Het is geen veeleisend dier en - eens volwassen - een relatief makkelijke soort om als huisdier te houden. Reeds op het einde van de 19de eeuw werden de eerste axolotls naar Europa verscheept en momenteel is het de populairste salamander om in huis te houden. Dat komt vooral omdat hij zo’n guitige uitstraling heeft en omdat je hem levenslang in water kan houden, wat minder uitdagingen met zich meebrengt dan een terrarium in stand houden.
Hoe ziet een axolotl eruit?
Met zijn 30 cm lengte (inclusief staart) is de axolotl een grote salamander. Toch kan je hem eigenlijk niet echt ‘volwassen’ noemen. De axolotl is een specialleke: hij ondergaat geen metamorfose tot adulte salamander maar blijft levenslang in het larvestadium hangen. Dat zie je duidelijk aan zijn uiterlijke kenmerken:- geen oogleden
- drie paar uitwendige kieuwen, hoewel hij ook longen heeft om mee te ademen
- een lange rug- en staartvin
- eenvoudige, korte poten
Dit verschijnsel, waarbij de ontwikkeling van een dier stopt alvorens het de kenmerken van een volwassen, soortgelijk dier heeft, noemen we ‘neotenie’. Men zegt ook wel dat de axolotl ‘pedomorf’ is, wat letterlijk wil zeggen dat hij de vorm van een kind heeft. Hoewel het uiterlijk van de axolotl dus eerder aan een larve doet denken, kan het dier zich wel voortplanten.
In welke kleuren komt de axolotl voor?
In het wild is de axolotl donkerbruin met een vlekkenpatroon en lichtere buik. In aquaria komt hij echter in allerlei kleuren voor. De meest bekende is waarschijnlijk de ‘witte’ axolotl, die er erg sprookjesachtig uitziet met zijn lichtroze kleur (omdat de kleur van het bloed doorheen zijn huid schemert). Je hebt hem met zwarte ogen (leucistisch), met rode ogen (albino) en dan nog een gouden variant. Daarnaast zijn er ook volledig zwarte axolotls (melanistisch), koperkleurige en gevlekte axolotls te koop.De huid van de axolotl
Deze ‘naakte’ salamander heeft geen haren, schubben of veren. Dat maakt hem gevoelig voor uitdroging, maar daar heeft het waterdier doorgaans geen last van. Zijn huid dient als derde ademhalingsorgaan en speelt een belangrijke rol als ‘beschermingsorgaan’. Er zitten namelijk toxines of gifstoffen in de huid van de axolotl, net zoals bij de meeste andere amfibieën. Voor de mens zijn die gelukkig relatief ongevaarlijk, je zal er niet meer dan wat lichte irritatie aan overhouden wanneer je een axolotl bruusk hanteert. Hem rustig in zijn waarde laten en met de nodige voorzichtigheid manipuleren, geniet dan ook de voorkeur.Huisvesting van de axolotl - tips voor een gezond aquarium
Axolotls zijn grote salamanders die altijd in het water leven. Ze hebben dan ook een flink aquarium nodig. De absolute minimumafmetingen voor een koppeltje (man en vrouw) is 90 cm lang en 40 cm breed, maar alle beetjes extra zijn een grote plus. Voorzie minimaal 20 liter water per dier met een hoogte van 15 tot 30 cm.Axolotls verschuilen zich graag op een donker en veilig plekje. Zo’n schuilplekken kan je op verschillende manieren creëren: met enkele stenen, een omgekeerde bloempot of een aquariumhuisje. Deze molsalamanders zijn nachtdieren, je hoeft dus geen verlichting te voorzien (maar ze kunnen er wel aan wennen). Planten zijn niet noodzakelijk voor het welzijn van je axolotls, maar ze fleuren je aquarium wel op. Wanneer je gaat kweken met je dieren, zetten de vrouwtjes hun eitjes graag af op plantaardig materiaal. Met planten in je aquarium, is extra licht wél welkom voor de fotosynthese.
Besteed extra aandacht aan de waterkwaliteit. Wanneer zich gezondheidsproblemen voordoen bij de axolotl heeft dat bijna altijd te maken met slechte waterwaarden. Zorg voor een neutrale pH (leidingwater voldoet meestal aan de normen) en een niet te lage hardheid. Volg met teststrips op of er niet te veel nitriet of nitraat in het water zit, zodat je tijdig kan ingrijpen. Hou het water schoon met behulp van een filter. Die mag echter niet te veel stroming veroorzaken want daar houdt de axolotl niet van. Regelmatig het water verversen voorkomt een goed evenwicht in je waterkwaliteit en kan leiden tot nitrietvergifitiging. Om diezelfde reden wordt aangeraden je aquarium reeds te vullen twee weken voor je dieren hun intrek nemen.
Nog een belangrijk aandachtspunt is de temperatuur van het water. Die moet altijd tussen 15 en 22°C bedragen. Een koudeprik zal de axolotl tijdelijk kunnen overleven, maar wanneer het te warm wordt krijgt hij snel last van allerlei huid- en kieuwinfecties. Soms is het nodig om het aquarium tijdens de zomer te verplaatsen naar een koelere plaats.
Voeding: wat eet een axolotl?
Volwassen axolotls zijn vrij makkelijk te voederen. Ze hoeven niet noodzakelijk levende prooien te eten en stellen zich ook tevreden met bijvoorbeeld axolotl-pellets of forelkorrels. Ook zeggen ze geen neen tegen een verse regenworm. Je kan een axolotl af en toe trakteren met een stukje vers vlees, maar doe dat niet te vaak. Er zit te weinig calcium in en dat kan tot tekorten leiden. Het ideale dieet voor een axolotl is een gevarieerd menu aan prooidieren, aangevuld met supplementen in de vorm van pellets of korrels.De energiebehoefte van de axolotl is vrij laag, want hij hoeft zichzelf niet warm te houden. Daarom is één voederbeurt per week meestal voldoende. Die dag is het feest bij axolotl-eigenaars, want het is het enige moment dat de dieren echt actief worden. Ze leren al snel welke handelingen er aan hun maaltijd voorafgaan, je zou dus kunnen zeggen dat je hen traint om naar het wateroppervlak te komen!
Het voeden van larven en jonge axolotls (die dagelijks energie nodig hebben voor hun groei) vergt wat fingerspitzengefühl. Ze eten enkel levende prooien en hebben nog niet geleerd dat ze ook andere dingen kunnen opeten. Je kan pas uitgekomen jongen bijvoorbeeld plankton (kleine waterdiertjes zoals daphnia en mosselkreeftjes) voederen dat je uit een lokale vijver zonder vis schept. Dat laatste is belangrijk omdat je anders een groot risico loopt op het meebrengen van gevaarlijke parasieten, zoals karperluizen en ankerwormen. Een alternatief uit de aquariumwinkel is ‘artemia’, een minuscuul kreeftje dat je als eitjes kan aankomen. Het grote nadeel is dat je hen moet laten uitkomen in zout water en dat ze snel sterven in zoet water.
Wanneer de larven wat groter zijn, kan je overschakelen op tubifex of rode muggenlarven, producten die je aankoopt in een aquarium- of hengelsportwinkel. Het nadeel is dat beide producten vaak gevangen worden in sterk verontreinigd water, wat je dus ook binnenbrengt in je aquarium. Bovendien is een deel van de prooi reeds overleden tegen dat je thuiskomt en dode prooien zijn nefast voor de gezondheid van je jonge axolotls (omdat ze het opeten en ziek worden, of omdat ze hiet niet opeten waarna het gaat schimmelen). Tubifex moet je dus grondig spoelen zodat al het dood materiaal wegvloeit. Rode muggenlarven zeef je in een emmer water, waarna je de levende wormen uit het water wegvangt en spoelt.
De bevruchting gebeurt uitwendig. Het mannetje baltst om het vrouwtje te verleiden en zet een spermapakketje af. Het vrouwtje neemt het zaad op met haar cloaca waarmee ze haar eitjes bevrucht. Die legt ze enkele dagen later één voor één af, met een totaal van 300 tot 1000 eieren.
Als die allemaal uitkomen heb je dus ineens véél axolotls. Maar zo eenvoudig is het niet. Na het afzetten van de eieren, verwijder je die best meteen uit het aquarium. Axolotls zijn er niet vies van om hun eigen eieren en zelfs jongen te verorberen. Je hebt dus een tweede aquarium nodig voor het broed, waarin je de larven dagelijks voedert met kleine diertjes (niet groter dan hun oog). De larven komen uit na een week of twee en nog enkele weken later verschijnen hun pootjes. Voorzie een ruim aquarium voor je larven en voeder ze regelmatig om te voorkomen dat ze aan elkaar gaan knabbelen.
Toch zijn er ook duidelijke tekenen die wijzen op een probleem met je axolotl. Let o.a. op magerzucht (achteruitgang spieren, zichtbaar bekken), een opgezwollen buik, huidletsels, tumoren, abnormale vorm of doorbloeding van de kieuwen, afwijkende stoelgang, het opbraken van voedsel, oude vervellingen die blijven hangen … Wanneer je met je axolotl een bezoek aan de dierenarts brengt, neem dan altijd een flesje met aquariumwater mee om te laten onderzoeken. Ook is het handig om de temperatuur te meten als extra informatie.
Wanneer de axolotl een vinger, teen of zelfs poot verliest, dan groeit die zonder problemen weer helemaal terug. Er blijft zelfs geen litteken over! Dat lukt alleen als hij goed gevoed wordt en belagers hem niet meer lastigvallen. Het is uiteraard niet de bedoeling om deze bijzondere eigenschap uit te buiten, want het regeneratieproces kost erg veel energie. Het is wel een geruststelling wanneer er bijvoorbeeld een gevecht geweest is. Meestal is dat trouwens een teken dat er te veel axolotls op een te kleine oppervlakte gehouden worden en moet de gedupeerde naar een ander aquarium verhuizen om te herstellen.
Er gaan enkele gevaarlijke virussen de ronde in de wilde amfibieënpopulatie waardoor ganse salamandersoorten uitsterven. De axolotl kan drager zijn van zo’n virus, maar wordt er zelf niet ziek van omdat hij het volwassen stadium niet bereikt. Wel is het belangrijk om te zorgen dat je de omgeving niet besmet met deze ziekte.
Zet elk nieuw aangekocht amfibie dus steeds in quarantaine, liefst gedurende een maand of drie. Tijdens die periode hou je het dier strikt gescheiden van alle andere dieren en gebruik je ook geen filters, netten of andere materialen voor beide aquaria. Wanneer je het water van je qaurantainedieren ververst, ontsmet het dan vooraleer je het wegspoelt, bijvoorbeeld door het te koken. Zo ben je er zeker van dat je geen gevaarlijke ziekteverwekkers in het milieu laat terechtkomen.
Wanneer de larven wat groter zijn, kan je overschakelen op tubifex of rode muggenlarven, producten die je aankoopt in een aquarium- of hengelsportwinkel. Het nadeel is dat beide producten vaak gevangen worden in sterk verontreinigd water, wat je dus ook binnenbrengt in je aquarium. Bovendien is een deel van de prooi reeds overleden tegen dat je thuiskomt en dode prooien zijn nefast voor de gezondheid van je jonge axolotls (omdat ze het opeten en ziek worden, of omdat ze hiet niet opeten waarna het gaat schimmelen). Tubifex moet je dus grondig spoelen zodat al het dood materiaal wegvloeit. Rode muggenlarven zeef je in een emmer water, waarna je de levende wormen uit het water wegvangt en spoelt.
Eén, twee of veel axolotls?
Over het algemeen zal de soort makkelijk in groep aarden, op voorwaarde dat alle dieren volwassen zijn én voldoende ruimte krijgen. Axolotls worden vaak in koppels gehouden omdat ze erg gemakkelijk kweken. Dat doen ze in het voorjaar, wanneer de temperaturen stijgen. Reeds na één jaar zijn ze geslachtsrijp. Het vrouwtje ziet er wat boller uit dan het mannetje en de cloaca van het mannetje is dikker dan die van het vrouwtje.De bevruchting gebeurt uitwendig. Het mannetje baltst om het vrouwtje te verleiden en zet een spermapakketje af. Het vrouwtje neemt het zaad op met haar cloaca waarmee ze haar eitjes bevrucht. Die legt ze enkele dagen later één voor één af, met een totaal van 300 tot 1000 eieren.
Als die allemaal uitkomen heb je dus ineens véél axolotls. Maar zo eenvoudig is het niet. Na het afzetten van de eieren, verwijder je die best meteen uit het aquarium. Axolotls zijn er niet vies van om hun eigen eieren en zelfs jongen te verorberen. Je hebt dus een tweede aquarium nodig voor het broed, waarin je de larven dagelijks voedert met kleine diertjes (niet groter dan hun oog). De larven komen uit na een week of twee en nog enkele weken later verschijnen hun pootjes. Voorzie een ruim aquarium voor je larven en voeder ze regelmatig om te voorkomen dat ze aan elkaar gaan knabbelen.
Axolotls en andere huisdieren
Nogal wat mensen proberen axolotls samen te houden met vissen. Dat levert vaak problemen op met axolotls die vissen opeten of vissen die infectieziekten overdragen. Best reserveer je je aquarium dus alleen voor axolotls.Gezondheid: welke ziektes en aandoeningen komen voor bij de axolotl?
Het is niet eenvoudig om te zien of je axolotl ziek is en vaak is het al te laat om nog in te grijpen wanneer je gedragsveranderingen opmerkt. Een gezonde axolotl heeft een goed eetlust en staat altijd paraat om een worm te eten. Voor de rest zit hij meestal heel rustig, bijna apathisch, op de bodem van zijn verblijft. Zwemt hij plots continu naar boven om lucht te happen of zwemt hij nerveus rond, dan bezoek je best een dierenarts. Ook een axolotl die aan het wateroppervlak drijft, is geen goed teken.Toch zijn er ook duidelijke tekenen die wijzen op een probleem met je axolotl. Let o.a. op magerzucht (achteruitgang spieren, zichtbaar bekken), een opgezwollen buik, huidletsels, tumoren, abnormale vorm of doorbloeding van de kieuwen, afwijkende stoelgang, het opbraken van voedsel, oude vervellingen die blijven hangen … Wanneer je met je axolotl een bezoek aan de dierenarts brengt, neem dan altijd een flesje met aquariumwater mee om te laten onderzoeken. Ook is het handig om de temperatuur te meten als extra informatie.
Volgende gezondheidsproblemen kunnen opduiken bij axolotls:
- voedingstekorten: door een eenzijdige voeding kan de axolotl een calciumtekort oplopen. Dat resulteert in aandoeningen van het beendergestel, zoals ‘metabolic bone disease’ of ‘osteomalacie’. Om dat te voorkomen is het noodzakelijk om regelmatig voedingssuplementen te voorzien.
- gas bubble disease: in aquaria met veel planten kan op een zonnige zomerdag té veel zuurstof zitten. Dan zie je luchtbellen verschijnen op de huid, kieuwen en vinnen. Als dit probleem niet spontaan oplost (door je salamander donker en koel te houden) is hij ten dode opgeschreven.
- ammonium-, nitriet- en nitraatvergifitiging: de mest van je axolotls wordt in een gezond aquarium afgebroken door bacteriën. Maar wanneer die niet in evenwicht zijn, kan één van de afbraakproducten (ammonium, nitriet, nitraat) zich opstapelen. Vooral de eerste twee stikstofmetabolieten zijn erg gevaarlijk. Ze veroorzaken vage klachten, maar de dieren sterven vrij snel. Volg de waterkwaliteit dus goed op met behulp van de juiste teststrips.
- Ectoparasieten: via zelfgeschept voedsel kunnen visparasieten in je aquarium terechtkomen. Ankerwormen en karperluizen zitten vaak in visvijvers en kunnen ook je axolotl aantasten.
- Wormbesmetting: ook via extern water kan je axolotl wormen oplopen. Deze parasiet is gelukkig goed te behandelen.
- Bacteriële infecties: bij een hoge temperatuur kunnen bacteriën die eerder al aanwezig waren voor problemen zorgen. Vaak is dit probleem niet te behandelen bij axolotls. Let ook op voor mycobacteriën die kunnen overspringen op mensen en daar een huidinfectie in gang zetten.
Regeneratie van lichaamsdelen
Wanneer de axolotl een vinger, teen of zelfs poot verliest, dan groeit die zonder problemen weer helemaal terug. Er blijft zelfs geen litteken over! Dat lukt alleen als hij goed gevoed wordt en belagers hem niet meer lastigvallen. Het is uiteraard niet de bedoeling om deze bijzondere eigenschap uit te buiten, want het regeneratieproces kost erg veel energie. Het is wel een geruststelling wanneer er bijvoorbeeld een gevecht geweest is. Meestal is dat trouwens een teken dat er te veel axolotls op een te kleine oppervlakte gehouden worden en moet de gedupeerde naar een ander aquarium verhuizen om te herstellen.Waarop letten als je een axolotl koopt?
In het wild is de axolotl heel zeldzaam, maar in gevangenschap mag je hem zonder vergunning houden. Wel moet je een bewijs van herkomst hebben, want wildvang is ten strengste verboden. Hou dus je aankoopbewijs goed bij zolang je het dier in bezit hebt.Er gaan enkele gevaarlijke virussen de ronde in de wilde amfibieënpopulatie waardoor ganse salamandersoorten uitsterven. De axolotl kan drager zijn van zo’n virus, maar wordt er zelf niet ziek van omdat hij het volwassen stadium niet bereikt. Wel is het belangrijk om te zorgen dat je de omgeving niet besmet met deze ziekte.
Zet elk nieuw aangekocht amfibie dus steeds in quarantaine, liefst gedurende een maand of drie. Tijdens die periode hou je het dier strikt gescheiden van alle andere dieren en gebruik je ook geen filters, netten of andere materialen voor beide aquaria. Wanneer je het water van je qaurantainedieren ververst, ontsmet het dan vooraleer je het wegspoelt, bijvoorbeeld door het te koken. Zo ben je er zeker van dat je geen gevaarlijke ziekteverwekkers in het milieu laat terechtkomen.