Oorsprong: waar komt de goudvis vandaan?
Deze kleine zoetwatervis vindt zijn oorsprong in het verre oosten, meer bepaald in China. Hij stamt af van de zilverkroeskarper en de giebel (ook een karperachtige). Bij de kweek vertoonden sommige karpers een mooie kleurafwijking, waarmee men bewust ging verder kweken. Vele decennia later was deze siervis geboren. Doordat hij opgroeide in visbakken komt hij niet voor in de natuur.In de 17de eeuw vinden deze siervissen ook hun weg naar de aquariums en vijvers in Europa en zijn vandaag nog steeds even populair. Helaas vind je tegenwoordig heel wat verwilderde goudvissen in grote vijvers en kanalen. Ze kunnen overleven in het zoete water, maar zien eruit als 30 centimeter grote, kleurloze vissen die op springen staan. Hun lichaam past zich namelijk aan aan de leefruimte die ze hebben. Bovendien concurreert een goudvis in wild water met inheemse soorten, waardoor hij de stempel ‘invasieve exoot’ opgespeld krijgt.
Hoe ziet een goudvis eruit?
Goudvissen komen in tientallen kleurvariaties en mutaties voor: korte staarten, weelderige staarten; oranje-gouden, oranje met witte of zwarte schubben. Je noemt het maar op. Ze kunnen opgesplitst worden in 3 categorieën:- goudvissen met een enkele staartvin
- goudvissen met een dubbele staartvin
- goudvissen met een dubbele staartvin maar zonder rugvin
Geslachten kunnen enkel onderscheiden worden tijdens de paartijd. Dan krijgen de mannetjes kleine knobbeltjes op hun kieuwen om zo vrouwtjes aan te trekken. Hieronder vind je een uitgebreide lijst van de goudvissoorten (maar vergeef ons als we er enkele over het hoofd zien):
Goudvissen met een enkele staartvin
De gewone goudvis: de bekendste soort kan van rood en oranje tot geel en wit kleuren met hier en daar een vlek of patroon. Wanneer hij de ruimte krijgt kan hij tot wel 40 centimeter groot worden, maar gemiddeld wordt hij 20 centimeter groot. In vergelijking met andere soorten is hij, ondanks zijn slanke lijfje, een trage zwemmer.
De sarasa: deze vis is steeds fel rood-wit. De grondkleur varieert tussen beide. Hij heeft een korte staart en is ietsje dikker dan de gewone goudvis. Het visje is enorm populair bij gezinnen met een vijver. Hij kan tot 20 centimeter groot worden en heeft qua kleur en patroon veel weg van zijn verre familie: de Kohaku Koi.
De shubunkin oogt al wat exotischer. Zijn grondkleur is wit, grijs of blauw en hij kan rode, oranje, gele of zwarte vlekken krijgen. Wanneer een goudvis bont kleurt, wordt die mengvorm calico genoemd - de Engelse benaming voor een lapjeskat. Zijn lichaamsbouw heeft veel weg van de gewone goudvis, maar zijn sluierstaart en rugvin zijn vele langer en sierlijker. Hij wordt gemiddeld 15 centimeter groot worden, maar zijn kleine lichaamsbouw compenseert hij met zijn vinnig karakter.
De komeetstaart draagt zijn naam (en giga-staart) met trots. Zijn gevorkte sluierstaart wordt gemakkelijk even groot als de vis zelf. Zijn lijfje kan 15 centimeter groot worden. Het maakt van hem een snelle zwemmer met een tikkeltje arrogantie. Verder heeft zijn uiterlijk veel weg van de gewone goudvis.
Goudvissen met een dubbele staartvin
De telescoopoog heeft grote ogen die zijwaarts uitpuilen. De zwelling aan de ogen zorgt ervoor dat deze arme stakker veel moeite heeft om te zien, en dat allemaal door onze menselijke selectie…Hun kleur varieert tussen de typische koi-kleuren, maar ze komen ook in het zwart en zwart-wit voor. Hun vinnen hebben een ongelijke, gekartelde vorm. Met zijn korte lijf is dit prachtige goudvisje één van de kleinsten (gemiddeld 12 centimeter).
De sluierstaart: ook al heeft hij een verlengde dubbele staartvin, de sluierstaart is een van de traagste zwemmers onder de goudvissen (dubbele staartvinnen zijn sowieso trager dan een enkele staartvin). Hij is oranje en geel met afgebleekte en witte kleuren aan de uiteinden van de vinnen. Zijn rug is licht gebogen en zijn lichaam heeft een ronde vorm.
De wakin heeft een gelijkaardige, logge lichaamsbouw als de gewone goudvis: slank en lang. Hij heeft een korte staart en rugvin. Zijn grondkleur is wit of grijs met typerende rode en oranje koi-vlekken. Hij is overigens te groot om in een aquarium te houden en zwemt dus beter in een vijver.
De pauwstaart heeft een lange rugvin en viervoudige staartvin. Hij heeft een vrij compact, eivormig lichaam waardoor hij sterke weerstand ondervindt tijdens het zwemmen. Vijver of aquarium, in beide scenario’s voelt hij zich als een vis in het water. Zijn schubben kleuren wit, oranje, zwart en calico. Door zijn lange, sierlijke staart wordt hij vrij groot (groter dan 20 centimeter).
De ryukin is een van de imposantste onder de goudvissen. Zijn vinnen zijn uitzonderlijk lang en hebben een golvende aflijning. Hij heeft daarnaast ook een grote bobbel achter zijn kop die doorloopt tot het uiteinde van zijn rugvin. Kleurcombinaties variëren tussen calico, wit, zwart, blauw en oranje. De populairste variatie zijn de witte met intens rode schubben.
Goudvissen met een dubbele staartvin maar zonder rugvin
De hemelkijker neemt de gouden medaille voor meest bizarre uiterlijk met zijn ogen die ‘naar de hemel (of je plafond) kijken’. Net zoals de telescoopoog puilen de ogen uit als gevolg van de doorgedreven genetische selectie en zijn ze extreem gevoelig. De ogen gaan zich pas tijdens het opgroeien op de bovenkant van de kop settelen. Zijn lichaam lijkt hard op dat van de gewone goudvis in kleur en grootte, maar de rugvin ontbreekt en de staart is ietsje weelderiger.
De blaasoog oogt bijna komisch door de grote blazen onder zijn ogen. Zo lijkt hij op een cartoonfiguur dat zich net verslikt heeft. Hij heeft een bolle buik en grote ogen. Zijn achterste vernauwt naar de sierlijke staart toe. Zijn schubben zijn oranje aan de bovenzijde en wit tot grijs aan de onderkant. Hij wordt maar 10 centimeter groot.
De oranda of leeuwenkop is een uniek beestje. Hij werd speciaal gekweekt om op de iconische Chinese leeuwen te lijken. Je weet wel, de beeldhouwwerken die aan iedere tempel te aanschouwen zijn. Vanaf het prille begin heeft hij al een klein gezwel (een wen) op zijn kop, dat alleen maar groter en prominenter wordt bij het volwassen worden. Hij komt in de typische goudvis-kleuren voor (soms zelfs pikzwart), maar zijn meest opmerkelijke look is een wit lijfje met een oranje kop en wen. Hij wordt gemiddeld 20 centimeter groot en is winterhard; een vijver is dus de beste optie voor deze vreemde vogel.
Van enkele soorten zijn er nog verschillende varianten met een lange, middellange of korte staart.
Huisvesting van de goudvis
Het samenstellen van een huisje voor meerdere goudvissoorten is geen gemakkelijke opgave. Zo zijn er ten eerste goudvissen die beter gehouden worden in een aquarium, dan wel een vijver. Daarnaast zijn er ook goudvissen die je best uit elkaar houdt. Wat we wel met 100% zekerheid kunnen zeggen, is dat goudvissen groepsdieren zijn. Hou ze dus tenminste met 3 in een aquarium; in een vijver mogen dat er een heel wat meer zijn. Kies voor vissen van dezelfde soort of maak combinaties die goed kunnen samenleven.Aquarium
De iconische ‘vissenkom’ is echt not-done en laat je dus beter in de winkelrekken staan. Je kan er maar moeilijk een filter op aansluiten en door de vorm krijgen de goudvissen te weinig zuurstof. Neem in plaats daarvan een langwerpige vissenbak. Voor 3 goudvissen moet je 150 liter water tellen in een aquarium van minstens een meter lang opdat ze zouden volgroeien. Ze voelen zich al als vissen in het water met simpel kraantjeswater tussen de 10°C en 22°C. Je kan de vissenbak natuurlijk iedere week handmatig kuisen, maar een filter is toch een stuk handiger (zeker bij grotere aquaria). Koop deze meteen aan samen met het aquarium, de winkeluitbaters zullen je gegarandeerd verder willen helpen.De kleinere en fragielere goudvissen worden het best in een aquarium gehouden, maar daarmee zijn alle zorgen nog niet van de baan. De telescoopoog, hemelkijker, blaasoog en oranda mogen niet in contact komen met scherpe objecten. Door hun slechte zicht of gevoelige wennen is ieder uitstekend voorwerp een mogelijkheid tot ontsteking of irritatie. Bij de inrichting hou je hier dus rekening mee. Een bodembedekking, zoals fijn grind, is aangeraden, want je goudvissen amuseren zich te pletter met het omwoelen van de grond. Je kan ook enkele kunstplantjes toevoegen en afgeronde stenen, zoals keien. Met echte planten kan het zijn dat ze van de planten eten en ze uit de bodem trekken. Niks mis mee, tenzij je een strak en proper aquarium wilt!
Vijver
Goudvissen zijn oorspronkelijk gemaakt om in een grote vijver te kunnen zwemmen. Voor jouw gemak hou je enkel goudvissen die winterhard zijn. De sarasa, wakin, gewone goudvis, pauwstaart, komeetstaart, leeuwenkop en sluierstaart zullen onze winters overleven. Zorg er steeds voor dat een deel van de vijver minstens een meter diep is, zodat ze veilig kunnen overwinteren op het diepste punt (waar je een constante temperatuur van 4°C meet). De vijver mag niet volledig bevriezen, anders krijgen je vissen geen zuurstof meer. Voorzie het huis van je goudvissen dus van een ventilatiesteen en zuurstofrijke planten, zoals glanzend fonteinkruid (Potamogemon Lucens), waterpest (Elodea) en gedoornd hoornblad. Voor de eerste vrieskou moeten waterpompen en fonteintjes uitgeschakeld worden, want het stuwen van het water kan de temperatuur nog meer doen dalen. Controleer ten slotte in de herfstperiode de bodem. Ligt er een hoop modder, dan wordt die best weggezogen zodat de vissen zich diep genoeg kunnen weg nestelen. Pas ook op met nieuwe vissen: ze hebben minstens 6 maanden de tijd nodig om te wennen aan het leven in een vijver. Op het eerste zicht lijkt het inderdaad een hele klus, maar bij temperaturen onder de 8°C hebben goudvissen en hun ijzersterke metabolisme geen behoefte meer aan voedsel. Da’s toch al een last minder!Denk uiteindelijk goed na hoe je je vissenfamilie wil samenstellen. Zoutwatervissen kunnen al helemaal niet samenleven met deze soort, maar binnen de goudvissen bestaan er ook foute combinaties. De shubunkin en komeetstaart zijn, bijvoorbeeld, echte alfa’s en zullen zich dominant opstellen wanneer het etenstijd is. Ons advies: plaats ze nooit bij trage vissen (zoals de gewone goudvis, de telescoopoog, de blaasoog, de sluierstaart of de hemelkijker). De tragere neven en nichten zullen zo niet voldoende kunnen eten, waardoor ze nog gemakkelijker ten prooi vallen aan de grotere ‘pestkoppen’.
Voeding: wat eet een goudvis?
Goudvissen zijn echte omnivoren: droge voeding is prima, maar ook kleine wormpjes en diepvrieseten kunnen hen smaken. Afwisseling is wel aan te raden: vervang de droge voeding één à twee keer per week af met de andere voedingsopties. Je mag ze meerdere keren per dag voeren, maar doe dat niet overvloedig. Geef zoveel als ze in enkele minuten op kunnen, want de restjes vervuilen het water alleen maar. Geen zorgen als je het eens vergeet, ze kunnen gerust een dag zonder.Ze vinden het fijn om naar hun eten te zoeken, dus af en toe wat levend voer in de bodem verstoppen, zullen ze zeker waarderen. In een vijver is dat natuurlijk moeilijk. Bij een aantal soorten moet je wel rekening houden met de voedermethode. De sluierstaart eet best geen droge voeding die drijft. Door zijn lichaamsbouw hapt hij gemakkelijk lucht in, waardoor hij gaat drijven en kan sterven. De hemelkijker heeft dan weer geen problemen met drijvend voedsel, maar heeft dan weer moeite om voedsel op de bodem te vinden. Ken je vissen!
Verzorging: hoeveel tijd heb je nodig om een goudvis te verzorgen?
Met een goede verzorging worden goudvissen gemakkelijk ouder dan 20 jaar. Jammer genoeg geldt dat vooral voor de vijververblijvers. In een aquarium zwemmen ze gemiddeld 15 jaar (even ter vergelijking, in een vissenkom worden ze niet ouder dan 3 jaar). Over het algemeen zijn goudvissen in aquaria heel onderhoudsvriendelijk. Op dagelijkse basis hoef je ze enkel te voeden. Verder worden ze het liefst met rust gelaten. Heb je geen filter, dan zal je wekelijks je aquarium moeten reinigen. Gebruik je afwasmiddel of javel, dan spoel je het aquarium goed af en laat je het enkele uren drogen.Bij een vijver ga je om 3 maanden na of de waterplanten gesnoeid moeten worden, of er niet zich te veel modder ophoopt onderaan de vijver en of je huisdieren in het algemeen er goed uitzien. Kijk ook geregeld de pH-waarde na. Zure regen kan hun zwemparadijs en gezondheid grondig aantasten.
Eén, twee of veel goudvissen?
Goudvissen hebben geen probleem om hun aquarium of vijver te delen met andere soortgenoten. Zorg er wel voor dat je dominante soorten niet combineert met trage zwemmers. Zo zet je best nooit een onschuldige sterrenkijker samen met een grote shubunkin. De grote zal de kleine durven aanvallen, en zelfs uitsluiten, wat de anders zo sociale goudvis ongelukkig maakt.Goudvissen en andere huisdieren
In een vijver kan je sterke goudvissen samenhuizen met andere koudwatervissen, zoals windes en goudelrits. De tragere soorten hou je best gescheiden. Heb je een kat in huis met een groot jachtinstinct, dan is het niet uit te sluiten dat die af en toe eens gaat vissen. Dat valt te vermijden door een simpel net te spannen over de watervlakte, alleen oogt het natuurlijk wat minder esthetisch.Gezondheid: welke ziektes en aandoeningen komen voor bij goudvissen?
Om goudvissen gezond en gelukkig te houden, is de waterkwaliteit uiterst belangrijk. Een aquarium dat onvoldoende schoongemaakt wordt kan leiden tot nitraatvergiftiging en een foutieve pH-waarde. Ook vervuilde vijvers kunnen een slechte pH-waarde hebben. Verder zijn goudvissen hypergevoelig voor bacteriën en overdraagbare ziektes:- Parasieten: goudvissen kunnen te maken krijgen met allerlei parasieten, zowel intern als extern. De karperluis en ankerworm zijn goed zichtbaar (1 tot 2 centimeter). Handig voor jou, want zo kan je de dierenarts op tijd waarschuwen. Bij peperstip (of fluweelziekte) en witte stip zijn de parasieten te klein. In alle gevallen worden de schubben van de goudvissen aangetast en zullen ze minder eten.
- Voorjaarsziekte: komt voor bij temperaturen tussen de 10°C en 20°C, wanneer de vijver opnieuw opwarmt. Je vissen worden dan rusteloos en zwak, kunnen moeilijk ademen en de ogen puilen uit of zakken in. Er is geen remedie, maar het kan zijn dat ze op zichzelf genezen. Er is wel een meldingsplicht voor deze aandoening, dus laat de dierenarts zeker langskomen!
- Columnaris: een bacterie tast de schubben aan en kan later evolueren naar een ernstige aandoening die moeilijk te behandelen is.
- Gatenziekte of furunculose: een ziekte die vaak voorkomt bij karperachtigen. De vis krijgt eerste rode vlekken die zich evolueren tot diepe kloven en zweren tijdens de overgang van winter naar zomer of in vervuilde aquaria en vijvers. De vis moet zo snel mogelijk behandeld worden.
- Buikwaterzucht: door een infectie in de nieren staat de vis bijna letterlijk op ontploffen. De buik is rond en hard, de schubben zetten zich open en de ogen beginnen uit te puilen. Verzorg hem met de voorgeschreven medicijnen, indien de ziekte nog niet te ver is gevorderd.
- Vistuberculose: een ongeneeslijke, besmettelijke ziekte waarbij de vis opgeblazen is en het lichaam builen krijgt. Wanneer de dierenarts vis-TBC vaststelt, verlos je je huisdier best zo snel mogelijk uit zijn lijden. Eén geval kan een heel aquarium aansteken, waardoor je het misschien volledig zal moeten legen.
- Gasvorming: wanneer de vis te veel lucht hapt bij het gulzig eten. De darmen zwellen op, maar herstellen zich na enkele uren. Probeer het eten dus net onder het wateroppervlak aan te bieden met behulp van een netje.
Waarop letten als je een goudvis koopt?
Goudvissen zijn heel goedkoop en gemakkelijk te verkrijgen in quasi iedere dierenwinkel. Per vis betaal je niet meer dan 10 euro en maandelijks spendeer je nog zo’n 15 euro aan voedsel - al hangt dat veel af van de hoeveelheid vissen en hun grootte.Voordat je tot een aankoop overgaat, ga je na of je vijver voldoende diep en groot is voor het aantal vissen dat je wilt aankopen. Liever een aquarium? Zorg dan dat je een grote open ruimte hebt, vrij van nieuwsgierige katten. Stel jezelf ook de vraag of je 20 jaar en langer voor deze beestjes kan en wilt zorgen.
Eens je een vis hebt aangekocht, transporteer je hem voorzichtig naar huis en zet je je nieuwe huisdier niet meteen over in het aquarium of de vijver. Plaats de zak met de vis eerst een half uur in het bestemde water, zodat hij zich kan acclimatiseren. Schep daarna om het kwartier een beetje aquarium- of vijverwater in de zak (herhaal dit vier keer). Daarna kan je de vis overzetten.
Nog meer levenslange exoten voor in huis:
- Korenslang: net als goudvissen blijven korenslangen zo’n 20 jaar rondhangen. Hun verzorging is natuurlijk helemaal anders, want dit reptiel verkiest warme tot hete temperaturen boven de natte levensstijl van de goudvis. Zijn schubben zijn wel minstens even mooi.
- Axolotl: een grappig amfibie dat ook in een aquarium leeft. De kop heeft veel weg van een karperachtige, maar daar stopt de vergelijking dan ook. Hij is enorm geliefd onder de amfibie-fanaten.
- Schildpad: ook bij schildpadden zijn er heel wat verschillende soorten, maar je mag niet iedere soort in huis nemen. De namen zijn al minstens even fascinerend als het beestje zelf: vierteenschildpad, Indische sterschildpad…