Wat doet een compliment met je hond, kat, paard of konijn?
Op het moment dat je huisdier een compliment ontvangt - noem het gerust een ‘beloning’ - vertel je hem of haar waar jij blij van wordt. Gaat je hond netjes in zijn mand liggen? Dan krijgt hij een lekker kauwbot. Zit je kat hoog op haar krabpaal i.p.v. op het aanrecht? Dat verdient een kriebel achter de oren. Geeft je paard netjes zijn voet aan de bekapper? Geef het snel een grasbrok als beloning. En komt je konijn flink aangehuppeld wanneer je het roept? Dan is een lekker stukje witlof zeker op zijn plaats.Dieren leren door het leggen van verbanden of associaties. Wat hen een goed gevoel geeft, zullen ze vaker doen. In de voorbeelden hierboven zorg je er met een welgemikt complimentje dus voor dat je hond vaker uitrust in zijn mand, je kat minder snel op het aanrecht springt, je paard zijn voeten zonder stress laat verzorgen en je konijn meteen komt wanneer je daar om vraagt.
Wat zijn goede complimenten voor je huisdier?
Er is maar één iemand die kan bepalen wat een goed compliment is, en dat is je huisdier zelf. Pas wanneer die ergens een goed gevoel aan overhoudt, kan je er terecht de stempel ‘beloning’ op kleven. Sommige dieren leven helemaal op wanneer je hen prijst met lieve woordjes, maar het is lang niet altijd zeker dat een dier jou begrijpt wanneer je hem ‘flink’ of ‘braaf’ noemt. Daarom is het interessanter om je dier als beloning ook iets te geven wat hij écht graag heeft. Bijvoorbeeld:- Iets lekkers om op te eten. Hoe lekkerder het voedsel (volgens jouw dier), hoe groter de beloning.
- Een kriebel of aai op een plekje dat jouw dier fijn vindt. Paarden houden er bijvoorbeeld van om aan de manenkam of op de rug gekrabd te worden, waar ze zelf niet bij kunnen.
- Een speelsessie: een trekspelletje met je hond of een hengel uitgooien voor je kat.
- Een favoriet speelgoedje om zichzelf mee te amuseren.
- Het openen van een deur of poort, waardoor het dier naar de tuin/naar de weide/naar zijn vriendjes kan gaan.
- Een snuffelsessie, bijvoorbeeld door brokjes uit te strooien in de snuffelmat van je konijn of door wortelblokjes te verstoppen in het hooi van je paard.
- …
Soms gaat er heel wat tijd overheen vooraleer je weet wat dé ultieme beloning voor jouw huisdier is. Sommige honden doen niets liever dan in de auto rijden, dan kan je hen voor uitzonderlijk goed gedrag complimenteren met een autoritje. En er zijn katten die elk kattenspeeltje links laten liggen, maar enorm gelukkig worden van een propje zilverpapier. Leer je dier beter kennen door af te wisselen met je beloningen en te observeren hoe het reageert.
Het heeft dus weinig zin om je dier te bestraffen voor ongewenst gedrag. De kans is immers groot dat het de straf aan jou gaat koppelen en niet aan het gedrag zelf - want dat is perfect normaal vanuit zijn oogpunt. Een kat die met de plantenspuit besproeid wordt wanneer ze haar nagels in je tafelpoot zet, zal voortaan hard weglopen wanneer ze jou met dat onding ziet aankomen. Maar wanneer je niet in de buurt bent, gaat ze rustig door op haar favoriete krabplekje.
Bovendien bezorgt een straf geen informatie over welk gedrag je wél graag ziet van je huisdier. Een konijn dat bestraft wordt om zich te ontlasten, heeft geen idee dat je hem liever op dat gekke toiletbakje ziet gaan. Daarom zijn complimenten of beloningen zo waardevol: ze geven je dier belangrijke informatie over hoe het zich wél hoort te gedragen. Leer je hond bijvoorbeeld om netjes naar zijn mand te gaan wanneer de bel gaat: daar krijgt hij een kauwbot terwijl het bezoek rustig naar binnen komt.
Waarom werken complimenten beter dan straffen?
Al te vaak schakelen mensen dierentrainers of diergedragstherapeuten in met de vraag om bepaald gedrag van hun huisdier ‘af te leren’. Alleen is dat meestal niet zo’n goed idee. Want in de meeste gevallen is het ongewenste gedrag van een dier onderdeel van zijn soorteigen gedrag. Voor het dier is het dus heel normaal om dat gedrag te vertonen, het zijn wij - mensen - die het liever niet op dat moment en in die context zien. Bijvoorbeeld:- Een hond blaft wanneer er iemand aanbelt (omdat hij opgewonden of bang is, of omdat hij jou wil laten weten dat er bezoek is)
- Een kat krabt aan de tafel (omdat ze haar nagels wil scherpen of haar geur wil verspreiden)
- Een hond springt in de zetel (omdat dat plekje het zachtste is of het beste overzicht over de woonkamer biedt)
- Een konijn legt zijn keutels niet in de toiletbak (omdat het een andere plek heeft uitgekozen als meest geschikte konijnentoilet)
Het heeft dus weinig zin om je dier te bestraffen voor ongewenst gedrag. De kans is immers groot dat het de straf aan jou gaat koppelen en niet aan het gedrag zelf - want dat is perfect normaal vanuit zijn oogpunt. Een kat die met de plantenspuit besproeid wordt wanneer ze haar nagels in je tafelpoot zet, zal voortaan hard weglopen wanneer ze jou met dat onding ziet aankomen. Maar wanneer je niet in de buurt bent, gaat ze rustig door op haar favoriete krabplekje.
Bovendien bezorgt een straf geen informatie over welk gedrag je wél graag ziet van je huisdier. Een konijn dat bestraft wordt om zich te ontlasten, heeft geen idee dat je hem liever op dat gekke toiletbakje ziet gaan. Daarom zijn complimenten of beloningen zo waardevol: ze geven je dier belangrijke informatie over hoe het zich wél hoort te gedragen. Leer je hond bijvoorbeeld om netjes naar zijn mand te gaan wanneer de bel gaat: daar krijgt hij een kauwbot terwijl het bezoek rustig naar binnen komt.
Zijn complimenten alleen onvoldoende? Dan is het interessant om aan ‘management’ te doen: een brede term waarmee diergedragsprofessionals bedoelen dat je het je dier zo gemakkelijk mogelijk moet maken om gewenst gedrag te vertonen (en dat je moet voorkomen dat het succes boekt met ongewenst gedrag). In het geval van de hond die niet in de zetel mag, wil dat bijvoorbeeld zeggen:
Ook op de hondenschool zien we nog vaak onbedoeld aversieve ‘beloningen’ de kop opsteken. Trotse eigenaars strelen hun brave hond over het hoofd, waarop die overduidelijk zijn kop wegdraait, het wit van de ogen laat zien en wegduikt door zijn schouders. Dat zijn stuk voor stuk duidelijke signalen die erop wijzen dat de hond in kwestie geen goed gevoel overhoudt van die goedbedoelde aaisessie.
Katten worden misschien nog wel het vaakst onbedoeld foutief geïnterpreteerd. We zien hun uitingen van genegenheid (kopjes geven, schootliggen, zich op de rug draaien) al te vaak als een uitnodiging tot aaien, terwijl dat meestal helemaal hun bedoeling niet is. Wanneer zo’n kat haar ongenoegen uit door haar nagels uit te slaan, krijgt ze onterecht de stempel ‘vals’ opgekleefd.
Bij een negatieve beloning haal je iets dat het dier niet leuk vindt, weg uit zijn leefwereld. Omdat het dier ook daar een goed gevoel aan overhoudt, noemt men ook dat een beloning - al is het meer wetenschappelijke woord ‘bekrachtiging’ hier meer op z’n plaats.
Een klassiek voorbeeld van een negatieve beloning vind je terug in de paardensport: de benen van de ruiter worden aangespannen om de buik van het paard. Om dat ongemakkelijke gevoel te laten verdwijnen, gaat het paard sneller. Zodra het paard versnelt, stopt de ruiter met schopjes geven.
Ook in de hondenwereld wordt gebruik gemaakt van negatieve beloningen of bekrachtigers. Een goed voorbeeld daarvan is het ‘onzichtbare hek’ omheen de tuin. Zolang de hond netjes op de gewenste plaats blijft, krijgt hij geen elektrische schok toegediend.
Je merkt al dat het heel onnatuurlijk aanvoelt om dit type trainingshulp onder de noemer ‘beloning’ onder te brengen. Want eigenlijk leert het dier hier niet omdat het anticipeert op een tof vooruitzicht, maar omdat het een straf wil vermijden. Daarom noemen dierentrainers dit principe liever ‘negatieve bekrachtiging’: negatief omdat er iets weggenomen wordt; bekrachtiging omdat het gedrag erdoor toeneemt.
- Geef de hond een slaapplek die optimaal aan zijn wensen voldoet (bijvoorbeeld: een hogere plek, met zachte kussens en een goed overzicht over de woonkamer) → management om gewenst gedrag te promoten
- Beloon je hond uitgebreid telkens wanneer hij uit zichzelf in zijn mand gaat liggen → beloning voor gewenst gedrag
- Laat de hond niet alleen thuis bij een toegankelijke zetel → management om ongewenst gedrag te voorkomen
Wat zijn GEEN goede beloningen voor je huisdier?
Hoe goed je het ook meent, niet alles wat wij als ‘compliment’ of beloning aanzien, wordt ook op die manier ontvangen door een dier. Onderzoek heeft bijvoorbeeld uitgewezen dat ‘een klopje op de hals’ - een handeling die in de paardenwereld vaak gebruikt wordt om appreciatie te uiten - een averechts effect heeft. Tegenwoordig zijn er daarom steeds meer ruiters die hun paard belonen met een kriebel i.p.v. een schouderklopje.Ook op de hondenschool zien we nog vaak onbedoeld aversieve ‘beloningen’ de kop opsteken. Trotse eigenaars strelen hun brave hond over het hoofd, waarop die overduidelijk zijn kop wegdraait, het wit van de ogen laat zien en wegduikt door zijn schouders. Dat zijn stuk voor stuk duidelijke signalen die erop wijzen dat de hond in kwestie geen goed gevoel overhoudt van die goedbedoelde aaisessie.
Katten worden misschien nog wel het vaakst onbedoeld foutief geïnterpreteerd. We zien hun uitingen van genegenheid (kopjes geven, schootliggen, zich op de rug draaien) al te vaak als een uitnodiging tot aaien, terwijl dat meestal helemaal hun bedoeling niet is. Wanneer zo’n kat haar ongenoegen uit door haar nagels uit te slaan, krijgt ze onterecht de stempel ‘vals’ opgekleefd.
Kan je een dier ook belonen door iets af te pakken?
Wie ooit al iets gelezen heeft over ‘leerprincipes’, heeft vast onthouden dat er ‘positieve’ en ‘negatieve’ beloningen bestaan. De complimenten in dit artikel zijn stuk voor stuk voorbeelden van positieve beloningen, waarbij het woordje ‘positief’ betekent dat je iets toevoegt aan de leefwereld van het dier. Omdat wat je toevoegt leuk bevonden wordt door het dier, houdt het er een goed gevoel aan over en mag je het een beloning noemen.Bij een negatieve beloning haal je iets dat het dier niet leuk vindt, weg uit zijn leefwereld. Omdat het dier ook daar een goed gevoel aan overhoudt, noemt men ook dat een beloning - al is het meer wetenschappelijke woord ‘bekrachtiging’ hier meer op z’n plaats.
Een klassiek voorbeeld van een negatieve beloning vind je terug in de paardensport: de benen van de ruiter worden aangespannen om de buik van het paard. Om dat ongemakkelijke gevoel te laten verdwijnen, gaat het paard sneller. Zodra het paard versnelt, stopt de ruiter met schopjes geven.
Ook in de hondenwereld wordt gebruik gemaakt van negatieve beloningen of bekrachtigers. Een goed voorbeeld daarvan is het ‘onzichtbare hek’ omheen de tuin. Zolang de hond netjes op de gewenste plaats blijft, krijgt hij geen elektrische schok toegediend.
Je merkt al dat het heel onnatuurlijk aanvoelt om dit type trainingshulp onder de noemer ‘beloning’ onder te brengen. Want eigenlijk leert het dier hier niet omdat het anticipeert op een tof vooruitzicht, maar omdat het een straf wil vermijden. Daarom noemen dierentrainers dit principe liever ‘negatieve bekrachtiging’: negatief omdat er iets weggenomen wordt; bekrachtiging omdat het gedrag erdoor toeneemt.