Graaf een vijver in je tuin
Goudvissen kunnen heel snel enorm in omvang toenemen: een goudvis in gevangenschap kan wel veertig centimeter lang worden. Om het beestje genoeg plaats te geven, moet je eigenlijk rekenen op
een aquarium dat zo’n 250 liter water kan bevatten en minstens een meter lang is. Een visbak van een fiks formaat dus! Idealiter hou je een goudvis dus beter in een vijver in plaats van een aquarium. Zorg dan wel dat de vijver op z’n minst een meter diep is, zodat hij op de bodem kan overwinteren. En kijk ook even na of jouw type goudvis wel bestand is tegen winterse omstandigheden. Een sluierstaart kan bijvoorbeeld niet overleven bij temperaturen onder 8 °C, dus die hoort absoluut in een aquarium in je huiskamer.
Geef je goudvis een vriendje
Of beter nog: geef ’m er minstens twee, afhankelijk van de grootte van je vijver of aquarium.
Goudvissen zijn sociale beestjes en houden van gezelschap. Zonder een maatje – geen haring – aan zijn zijde, zal je goudvis snel eenzaam worden en stilletjes wegkwijnen. Denk er wel aan dat je goudvis een koudwatervis is, dus
een match met een tropische vis zit er niet in. Nog een aandachtspuntje: speciale siergoudvissen, zoals de sluierstaart, de blaasoog en de telescoopoog, hou je beter niet samen met de ‘gewone’ soort. Zij zijn een tikkeltje gevoeliger en kunnen het beter met hun (kleinere) soortgenootjes vinden.
Bescherm je goudvis tegen de zon
Goudvissen houden niet van fel zonlicht. Meer zelfs, ze kunnen er zonnebrandwonden van krijgen! Hou je je vissen in een vijver,
creëer dan voldoende schaduw- en schuilplekjes in het water, bijvoorbeeld onder waterplanten met grote bladeren. Ook als je (sier)goudvissen in een aquarium wonen, verkiezen ze gedempte belichting en willen ze niet in de vlakke zon staan. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat je je vissen in het donker moet zetten, want ze hebben wel licht nodig om kleurpigment in hun schubben aan te maken. Bovendien stimuleert het licht de aanmaak van goedaardige bacteriën en algen – broodnodige organismen om de kweek van slechte bacteriën en parasieten tegen te gaan.