Echte kuddedieren
Paarden in het wild zijn echte kuddedieren. Meestal leven ze in kleine tot middelgrote groepen en delen ze samen de belangrijkste activiteiten van de dag. Eten, drinken, rondrennen, elkaar in de nek krabbelen … Paarden ‘groomen’ elkaar ook echt. Van dit sociale contact worden ze niet alleen gelukkig – dankzij de endorfines die vrijkomen bij het ‘knuffelen’ – maar het houdt hen ook mentaal én fysiek gezond. Zeker veulentjes hebben het nodig om van de volwassen dieren te kunnen afkijken hoe ze met elkaar moeten omgaan.Bij gebrek aan sociaal contact merk je al snel dat paarden te lijden krijgen onder eenzaamheid. Net als mensen krijgen ze dan last van stress, oververmoeidheid en zelfs depressieve klachten. Vaak gaan ze bij langdurig isolement ook gedragsproblemen vertonen, wat ook voor jou als eigenaar niet zo prettig is. Een reden te meer om je paard nooit alleen op de wei te zetten!
Nood aan taakverdeling
Paarden hanteren van nature een zekere taakverdeling binnen de kudde. Elk paard neemt een taakje op zich dat het meestal onderling kan doorgeven, zoals de horizon afspeuren op zoek naar naderende roofdieren, zoeken naar voedsel of de kudde naar water leiden. Zo kunnen ze elkaar prima aflossen wanneer ze met z’n allen staan te grazen met het hoofd naar beneden of wanneer één van de paarden even een dutje wil doen. Een paard dat alleen leeft, moet al die taken alleen op zich nemen, wat soms leidt tot de eerdergenoemde problemen. In een kudde daarentegen voelt het zich veilig en geborgen.Ook gedomesticeerde paarden respecteren die taakverdeling. Daarom is het raadzaam om minstens drie paarden samen op de wei of in de paddock te zetten. Twee paarden samen kan natuurlijk ook, maar dit kan stress opleveren wanneer één van de twee regelmatig alleen achterblijft, bijvoorbeeld wanneer de ander op wandeling gaat. In sommige gevallen leidt dit tot verlatingsangst.
Een nieuw paard introduceren in de groep is altijd een beetje stressy voor de dieren, al is deze stress vaak natuurlijk niet te vermijden, bijvoorbeeld omdat een van de dieren overlijdt en ‘vervangen’ wordt door een ander paard. Idealiter verloopt de eerste kennismaking vanop afstand, bijvoorbeeld door de nieuwkomer nog even op een afgegrensd stukje van de weide te zetten, binnen het zicht en de reukafstand van de andere paarden. Zo kunnen ze eerst rustig aan elkaar wennen op een veilige manier.
Samen een weide delen
Misschien is het voor jou praktisch of financieel niet mogelijk om verschillende paarden te houden. Geen zorgen! Je kan altijd op zoek naar een andere paardeneigenaar die nog een weide of stal voor zijn dieren zoekt, zodat jullie de dieren samen kunnen zetten. Als het echt niet anders kan, probeer dan op z’n minst te bekomen dat je paard vanuit zijn weide andere paarden kan zien – hetzij in een aangrenzend weiland, hetzij binnen een aannemelijke afstand. Idealiter kan je paard contact maken met zijn buren, zowel visueel als via geur of aanraking.Of misschien heb je zelf geen weide of stal, maar verblijft jouw paard in een pension? Ook daar kan hij volop genieten van het gezelschap van zijn soortgenoten. Zoek wel op voorhand goed uit hoeveel ruimte de dieren ter beschikking hebben en hoe vaak ze samen op de weide of in de paddock mogen staan. Een paard is niet gemaakt om hele dagen opgesloten te worden in een stal! En als het dan toch eventjes op stal moet staan, is het belangrijk dat het geen afgesloten box is, zonder zicht op de andere paarden. Ook hier weer moet het paard oog- en snuffelcontact kunnen maken met de andere dieren, al is het dan door de tralies van de stal. Elkaar horen, maar niet zien, is zeker en vast niet voldoende voor een goed paardenwelzijn.
Een geitje of ezeltje erbij?
Vaak zie je een paard samen met een ezeltje of zelfs een geit in de weide staan. Je denkt misschien dat dit voor een paard geen verschil maakt, omdat ze toch wat op elkaar lijken, maar eigenlijk zijn dit heel andere diersoorten met een heel ander ‘taalgebruik’. Vergelijk het met een mens en een gorilla: we zien wel gelijkenissen tussen elkaar, maar echt op dezelfde golflengte zitten we toch niet. De dieren zullen dus niet zo vlot met elkaar kunnen communiceren en missen dan echt bepaalde nuances, die het contact met een soortgenoot net zo waardevol maken. Je kan dan beter een ander paard of een pony erbij zoeken.Een geit bij een paard? Dat is zoals een mens met een gorilla: we hebben een heel ander taalgebruik
Als een tweede of derde paard écht geen optie is, dan neemt het natuurlijk wel genoegen met zo’n ‘tweederangspaard’ – alles is beter dan alleen – maar een ideale oplossing is het dus allesbehalve. Wist je trouwens dat het in landen zoals Denemarken, Zwitserland en Zweden verplicht is om contact met soortgenoten te garanderen? Zover zijn we in België nog niet, maar eigenlijk zou een verplichting niet nodig moeten zijn. Als rasechte paardenvriend doe je automatisch wat het beste is voor je dier. Veel mensen weten echter niet hoe belangrijk het gezelschap van soortgenoten voor een paard is. Dus zie je ergens een paard alleen in een weide staan, dan mag je de eigenaar daar gerust op aanspreken!