Beestig

Oorsprong – waar komt het angorakonijn vandaan?

Het angorakonijn is een van de oudste konijnenrassen ter wereld en kwam al in het jaar 1500 voor in Engeland. Aanvankelijk werden deze langoren gefokt onder twee verschillende rasnamen: de ‘English Silk Rabbit’ en de ‘White Turkish Rabbit’. Pas later werden deze twee namen samengevoegd en kwamen de konijnen onder de rasnaam ‘Angora’ te staan. Het ras werd vernoemd naar de Turkse provincie Angora, waar de angorogeit met een gelijkaardige, zachte vacht haar oorsprong vond. Initieel kwam het angorakonijn enkel met een witte vacht voor, maar later werden ook andere vachtkleuren geïntroduceerd. Ook vandaag nog wordt de vacht van het angorakonijn gebruikt voor de productie van wol.  
 
 

Uiterlijk – hoe herken je een angorakonijn? 

Angorakonijnen hebben een gedrongen lichaam met brede schouders en een breed hoofd. Ze hebben twee sterk behaarde, dikke oren van ongeveer 12 centimeter lang die fier rechtop staan. Angoralangoren en dwergangora’s hebben respectievelijk iets langere en iets kortere oorlengtes. De konijnen hebben een lange vacht die in diverse kleuren voorkomt: bruin, blauw, zwart, wit met blauwe of rode ogen en geel. Wist je trouwens dat de vachtkleur van een angorakonijn langzaamaan verbleekt naarmate het dier ouder wordt?

Verschillende rassen

Er bestaan heel wat verschillende rassen die vallen onder de noemer angorakonijnen. Hieronder vind je een beknopt overzicht van de meest voorkomende varianten en hun typische kenmerken: 
 

• Franse angora: hun pels is minder wollig en bestaat uit zachtere haren, waardoor er minder snel klitten ontstaan. Het zijn relatief grote en zware dieren die tot wel één kilogram wol per jaar kunnen afgeven.
   
• Engelse angora: dit omvat iets kleinere angorakonijnen, die ook minder wol produceren. In tegenstelling tot de Franse variant bestaat hun vacht uit hardere haren en is deze ook een stuk wolliger. De Engelse angora’s worden omwille van hun sterk behaarde oren en karakteristieke gezicht het vaakst voorgebracht in shows. 
   
• Dwergangora: deze konijnen zijn een stuk kleiner dan andere angora’s en wegen tussen één en twee kilogram. Qua vacht en lichaamsbouw zijn ze hetzelfde als een groter angorakonijn, maar dan in een miniatuurversie. De oren hebben een maximale lengte van acht centimeter.
   
• Angorahangoor: een ietwat kleiner angorakonijn met een gewicht tussen 1,5 en 2,5 kilogram. De oren van het konijn staan niet rechtop, maar hangen naast zijn kopje en meten ongeveer 21 centimeter.

   
 

Karakter en opvoeding – het angorakonijn is een zachtaardig dier

Angorakonijnen zijn meestal zeer rustige, vriendelijke dieren. Als je ze van in het begin regelmatig vertroetelt, blijven ze ook op latere leeftijd erg aanhankelijk. Opgelet: konijnen worden helemaal niet graag geknuffeld. Ze zijn en blijven een prooidier en vinden het dus best eng om opgetild te worden. Leer je konijn stap voor stap naar je toe te komen en win zo zijn vertrouwen. Op die manier wordt het zowel voor jou als voor hem een leuke, ontspannende activiteit!
 
Omdat ze graag in de buurt van mensen vertoeven en van nature kalm zijn, verloopt de vachtverzorging gewoonlijk op een eenvoudige manier. Het is hierbij wel belangrijk van jongs af aan te beginnen met het borstelen en knippen van jouw konijn, zodat dit een gewoonte wordt en het er later geen problemen meer mee heeft. Omdat het zulke lieve, zachte dieren zijn, is het angorakonijn ook geschikt als huisdier voor kinderen. Vergeet zeker niet dat de ietwat complexe verzorging van dit ras heel wat tijd en inzet vraagt, en dat je als ouder dus het grootste deel van het onderhoud op jou zal moeten nemen. Verder is het een goed idee om je af te vragen wat je kinderen precies verwachten van hun toekomstig huisdier. Omdat konijnen niet houden van optillen en knuffelen, zijn andere dieren misschien beter geschikt voor een gezin met kinderen.

Voeding en verzorging – welke verzorging heeft een angorakonijn nodig? 

De vacht van een angorakonijn is lang en wollig, groeit iedere maand zo’n twee centimeter en verhaart het hele jaar door. Je kan het dus al raden: het dier heeft best wat vachtverzorging nodig. Om klitten te vermijden, borstel je zijn pels meerdere keren per week en knip je deze om de drie maanden een stukje korter. Dat kan zowel met een schaar als met een scheerapparaat - begin al vroeg met dit aan te leren. Let op: zorg ervoor dat je de pels in de herfst en winter niet korter dan twee centimeter knipt. Het konijn heeft dan iets meer isolatie nodig om zich warm te houden. Het is daarom aan te raden om na de scheerbeurt je angorakonijn twee à drie dagen binnen te houden, zodat het aan zijn nieuwe vacht kan wennen vooraleer het de koude moet trotseren. Verder is het aantal borstelbeurten per week afhankelijk van de lengte van de vacht. Hoe langer de vacht, hoe meer deze geborsteld moet worden, natuurlijk! 
 
Je houdt jouw angorakonijn best in een ruime ren met zachte, droge ondergrond waarbij ze de mogelijkheid hebben om een hok in en uit te lopen. Konijnen van dit ras mogen namelijk niet in de regen zitten, omdat hun vacht geen deklaag heeft en regendruppels dus rechtstreeks op hun huid terechtkomen. Gebeurt dat wel, dan lopen de dieren kans op een longontsteking. In het schuilhok moeten een voerbak, drinkfles en enkele bezigheden zoals een knaagstok of een doos met snippers aanwezig zijn. Zo zal je angorakonijn zich niet snel vervelen! Qua bodembedekking kan je uit verschillende materialen kiezen, al zijn hennepvezels en papierkorrels een goede keuze. In de winter brengt een bijkomend laagje hooi extra warmte. Wat voeding betreft, geef je jouw konijn vooral overvloedig vers, eiwitarm hooi aangevuld met konijnenvoer, groenten, kruiden en af en toe wat fruit. Opgepast wanneer je konijnen los in de tuin lopen, want niet alle planten zijn zomaar eetbaar voor konijnen!

Gezondheid en levensverwachting – voor welke kwaaltjes en ziektes is het angorakonijn vatbaar?

Er zijn drie belangrijke ziektes die regelmatig voorkomen bij konijnen: 
 

• Myxomatose: virus dat overgedragen wordt door stekende insecten zoals muggen, vlooien en vliegen of via direct contact met urine of andere lichaamsvloeistoffen. Het virus komt voornamelijk voor in de zomermaanden. Konijnen met het virus krijgen tumoren bij de mond, ogen, oren en anus, en doen daarna een longontsteking op. Wanneer het virus wordt overgedragen via direct contact, zijn de symptomen een pak minder duidelijk. De konijnen hebben dan last van een moeilijke ademhaling en gezwollen, rode ogen. Myxomatose is amper te behandelen en getroffen dieren zullen in de meeste gevallen sterven. Je kan het virus proberen te voorkomen door contact met wilde konijnen te vermijden en je konijn vlooienvrij te houden. Er is sinds kort ook een vaccin beschikbaar.
   
• Madenziekte (Myiasis): groene vliegen leggen eitjes in de vacht van het konijn, die later evolueren tot maden. Deze maden vreten zich in de huid en veroorzaken op die manier heel veel pijn. Wordt er niet op tijd ingegrepen, dan kan dit het dier fataal worden. Voorkom de madenziekte door het hok steeds schoon te houden en ervoor te zorgen dat er geen uitwerpselen aan het achterste van het konijn hangen. Nog een reden waarom die vachtverzorging zo belangrijk is bij het angorakonijn! Ook wanneer jouw konijn gekwetst is, moet je steeds controleren of er geen maden in de wondjes kruipen. 
   
• VHD (Viral Haemorrhagic Disease): besmettelijke ziekte die wordt overgedragen door besmet materiaal (hooi, hok, gras), vogels, stekende insecten of direct contact. Het virus komt voor in twee varianten en veroorzaakt een leverinfectie die tot inwendige bloedingen in de longen, darmen en lever leidt. Omdat er vaak weinig tot geen symptomen optreden, is de ziekte moeilijk te herkennen en kan het konijn plots sterven. Zijn er toch symptomen, dan bestaan deze meestal uit koorts, diarree of obstipatie, bloedneus en een epileptische aanval. Sinds 2012 bestaat er een vaccin tegen VHD dat het konijn een jaar lang zowel tegen dit virus als tegen myxomatose beschermt. 

 
Een angorakonijn wordt, net zoals andere konijnenrassen, gemiddeld 6 tot 8 jaar oud.

Waarop moet je letten bij het kiezen van een angorakonijn?
 

• Konijnen zijn sociale dieren en zitten niet graag alleen. Koop dus liefst een koppel konijnen, zodat ze steeds van elkaars gezelschap genieten! Natuurlijk moeten de twee dieren goed met elkaar kunnen opschieten. Een goede match is onder andere afhankelijk van het geslacht, de leeftijd, de grootte en het karakter van het konijn.
   
• Je kan jouw toekomstige angorakonijn op verschillende plaatsen kopen: in de dierenwinkel, bij een fokker, op het internet, in een konijnenopvang… Surf gerust wat rond en zoek waar je raszuivere angorakonijnen kan vinden. Het voordeel van een fokker is dat hij alles weet over de stamboom en de medische achtergrond van de konijnen én dat hij de nodige vaccinaties toedient aan zijn jonge dieren. Koop zeker geen dieren bij een broodfokker! Ze hebben vaak een slechte gezondheid en werden niet op de juiste manier gefokt en grootgebracht.
   
• Tijdens jouw bezoekje aan de fokker, moet je letten op de algemene levensomstandigheden en de gezondheid van de angorakonijnen. Hebben ze propere oortjes? Hebben ze een glanzende vacht? Zijn er propere eet- en drinkbakjes aanwezig en hebben ze voldoende voedsel en water?
   
• Ga ook de socialisatie van de konijnen na. Hoe reageren de konijnen en moederdieren op geluiden, bewegingen en jouw aanwezigheid? De fokker speelt een cruciale rol in de socialisatie van het konijn, en kan ervoor zorgen dat het handtam maken van de dieren een stuk makkelijker verloopt. 

 
 

Dit zijn nog meer populaire konijnenrassen:
 

• Kleurdwerg: dit is, zoals zijn naam al doet vermoeden, een zeer klein konijnenras. Hij is niet te vergelijken met de zware, sterk behaarde angorakonijnen, maar eerder met de dwergvariant en ze zijn zeker even lief en schattig. 
   
• Hollander: net zoals de angora is dit een van de oudste konijnenrassen ter wereld. De konijnen zijn met hun gemiddeld gewicht van 2,75 kilogram ongeveer even zwaar en hebben hetzelfde, rustige karakter.
   
• Rex: een echte spring-in-‘t-veld, die van nature erg actief is. Anders dan het angorakonijn wordt hij dus niet zo graag vertroeteld. Ook van dit ras bestaat er een dwergvariant.