Beestig

Oorsprong – waar komt de Lhasa apso vandaan?

De Lhasa apso vindt zijn oorsprong in Tibet. Daar leeft het ras al zo’n 2.000 tot 2.500 jaar lang. Het ras is volledig aangepast om te kunnen overleven in de extreem koude temperaturen van Tibet. Oorspronkelijk werd de Lhasa apso ook gebruikt als politie- en waakhond door zijn hevige reacties op onbekenden. Later werd hij naar China geëxporteerd, waar hij werd gebruikt in de ontwikkeling van de pekinees en de shih-tzu. 

De Lhasa apso heeft zijn naam te danken aan de stad Lhasa, waar de hond als waakhond werd ingezet voor verschillende paleizen en tempels. In Tibet wordt de hond ‘apso seng kye’ genoemd, wat zoveel betekent als ‘blaffende leeuwenhond’. Wist je trouwens al dat de Lhasa apso ook wel eens de hond met twee hoofden genoemd wordt? Dat komt doordat zijn staart zo behaard is dat hij lijkt op een tweede hoofd.  
 
 

Uiterlijk – hoe herken je een Lhasa apso? 

Een typisch kenmerk van de Lhasa apso is zijn langharige vacht, die hij nodig had om de koude temperaturen in Tibet te overleven. Naast die lange haren staat de Lhasa apso ook bekend om zijn lange rug en hangende oren. De staart van de Lhasa apso staat gekruld over zijn rug. Vaak zijn de ogen van dit ras moeilijk te zien door al het haar. Over het algemeen zijn alle verschillende vachtkleuren toegestaan, maar bepaalde kleuren zijn populairder dan andere. Zo zijn de leeuwkleurige tinten (goud, zand, honing) met zwarte aftekeningen op de oren en de staart de meest geliefde varianten. Andere mogelijke vachtkleuren zijn zwart, grijs, rood, blauw, wit en bont. 
 
 

Grootte en gewicht – hoe groot en zwaar wordt de Lhasa apso?

De Lhasa apso heeft een schofthoogte tussen 22 en 27 centimeter. Daarbij weegt hij gemiddeld 7 kilogram. Er is over het algemeen geen groot verschil in grootte of gewicht tussen reutjes en teefjes. 

Karakter en opvoeding – de Lhasa apso is een eigenzinnige hond

De Lhasa apso werd oorspronkelijk gebruikt als waakhond, en dat merk je aan verschillende eigenschappen die hij heeft meegenomen in zijn karakter. Zij maken van hem een bijzondere gezelschapshond. De Lhasa apso is erg aanhankelijk naar mensen die hij kent en vertrouwt. Hij hecht zich dus bijzonder goed aan zijn eigenaars, maar het is niet per definitie een knuffelaar. De hond gedraagt zich echter helemaal anders tegenover vreemden, waarvan hij eerder afstand houdt (zonder zich agressief op te stellen). De Lhasa apso is dus allerminst een allemansvriend.

Het is belangrijk om je Lhasa apso een goede opvoeding te geven. Het is namelijk een erg eigenzinnig hondenras, dat graag zijn eigen beslissingen maakt. Daarom moet je hem aanleren om juist te handelen in verschillende situaties. Dat gaat het best door je niet dwingend op te stellen, maar door ervoor te zorgen dat je hond er zélf beter van wordt. Dit ras zal geen kunstjes opvoeren gewoon omdat jij dat leuk vindt! Geen zorgen, de Lhasa apso is naast eigenzinnig ook vrij intelligent en heeft een enorm doorzettingsvermogen. Met de juiste skills en een positieve benadering, kan je hem vrij makkelijk opvoeden tot een aangename hond. 

Ook de socialisatie van de hond is erg belangrijk. Zoals je ondertussen al weet, is de Lhasa apso een waaks hondenras dat hevige reacties kan hebben tegenover onbekenden. Het is daarom belangrijk om je hond van bij het begin aan te leren hoe hij moet handelen wanneer er bezoek bij je thuis komt. De Lhasa apso gaat goed om met andere honden of dieren, als je daar van jongs af aandacht aan besteedt. Waarschijnlijk kies je best voor een andere hond wanneer er thuis ook jonge kinderen rondlopen, omdat de Lhasa apso zo’n sterke eigen wil heeft en voor zijn rechten durft opkomen. Met oudere kinderen, die in staat zijn het dier respectvol te behandelen en de huisregels te handhaven, kan de Lhasa apso wel een goede match zijn.
 
 

Voeding en verzorging – welke verzorging heeft een Lhasa apso nodig? 

 
Vacht

Omdat de Lhasa apso zo’n lange haren heeft, is de vachtverzorging erg belangrijk. Je kan ervoor kiezen om de natuurlijke lange vacht van je hond te bewaren of om te vacht korter te knippen. In dat tweede geval wordt ook wel gesproken van een ‘puppyjas’ of sportieve snit. De langharige vacht wordt daarbij over het hele lichaam fel bijgeknipt, tot er enkel een korte, krullende vacht overblijft. De haren blijven iets langer aan de oren en de staart, maar ook daar is de originele lengte zwaar ingeperkt. Als je ervoor kiest om het haar van je Lhasa apso kort te knippen, moet je om de twee à drie weken terug naar de hondentrimmer om de knipbeurt bij te laten werken. Daarnaast is een wekelijkse borstelbeurt zeker noodzakelijk, zodat er geen knopen ontstaan in de constant groeiende vacht. Stel jezelf wel de vraag waarom je per se dit langharige ras wil aanschaffen, als je niet bereid bent de verzorging erbij te nemen. Misschien past een kortharig hondenras beter bij jou. 

De vacht kan echter ook lang gehouden worden, op de manier waarvoor de Lhasa apso gefokt is. Wie met zijn hond wil deelnemen aan shows, moet zijn hond dan ook aanbieden in de originele vachtlengte. In dat geval is het uiteraard belangrijk om de vacht nog vaker te borstelen, namelijk minstens een keer per twee dagen. De Lhasa apso verhaart weinig tot niet, waardoor sommige mensen met een allergie aan hondenhaar minder sterk reageren op dit ras. Let echter op met de stempel hypoallergeen: je weet pas 100% zeker of je met een bepaalde hond kan samenleven, als je het uitprobeert. 
 
 

Voeding

Dit kleine hondenras eet uiteraard minder dan een groot hondenras. Raadpleeg altijd de verpakking, maar pas de hoeveelheid voedsel aan aan de grootte, leeftijd en de hoeveelheid beweging van je hondje. Het is belangrijk om je hond een correcte portie te geven, zodat hij geen overgewicht of obesitas ontwikkelt. Het beste is om je hond te voeren ‘op het zicht’: wordt hij te dik, geef dan wat minder en omgekeerd. 

Gezondheid en levensverwachting – voor welke kwaaltjes en ziektes is de Lhasa apso vatbaar?

Er zijn enkele erfelijke aandoeningen waarvoor de Lhasa apso gevoelig is. Die ziektes worden vooral veroorzaakt door enkele typische uiterlijke kenmerken van het hondenras waarop geselecteerd wordt tijdens het fokken: 
 

• Patella luxatie of een losse knieschijf: dit is een afwijking van het kniegewricht waarbij de knieschijf niet vast zit op het kniegewricht. Door deze afwijking gaat de hond vaak onnatuurlijk staan en ‘hupt’ hij tijdens het lopen met de achterpoten. Een losse knieschijf veroorzaakt erg veel pijn, wat leidt tot kreupelheid.
   
• Brachycefaal obstructief syndroom: de stompe schedel van de Lhasa apso zorgt ervoor dat er te weinig ruimte is in zijn kop. Daardoor heeft de hond last van benauwdheid en raakt hij snel buiten adem.
   
• Trichiasis: bij deze aandoening groeit het haar van de hond rond de ogen in de foute richting. Daarbij loopt de hond het risico dat de haren tegen de oogbol aanduwen, waardoor er irritatie ontstaat.
   
• Urolithiase: bij deze aandoening worden stenen gevormd in de blaas. Dat zorgt uiteraard voor veel pijn bij de hond. Uiteindelijk kan het ook leiden tot een verstopping van de urinebuis, wanneer het blaasgruis de blaas wil verlaten. 

 
Omdat de Lhasa apso een kleine hond is, vormt een kleine gewichtstoename al meteen een risico op obesitas. Daarom is het belangrijk om het gewicht van je hond regelmatig bij te houden. Bespreek ook zeker met je dierenarts wat je het best kan doen als je merkt dat je Lhasa apso toch overgewicht ontwikkelt. Met een aangepast voedingsschema en meer lichaamsbeweging kan je de gewichtsproblemen van je hond oplossen. 

Ondanks deze kwaaltjes wordt de Lhasa apso gemiddeld 13 jaar oud. 
 
 

Waarop moet je letten bij het kiezen van een Lhasa apso?

Ben je na het lezen van dit artikel nog steeds zeker van je keuze? Fantastisch! Dan kan je nu op zoek gaan naar jouw nieuwe maatje. Beginnen aan die zoektocht kan moeilijk lijken, maar geen zorgen: wij helpen je graag op weg met deze checklist.
 

• Als je een fokker bezoekt, is het belangrijk om de medische achtergrond van de pups te checken. Zo kan je te weten komen of de ouderdieren aanleg hebben voor bepaalde genetische aandoeningen. Daarnaast is het ook belangrijk om te kijken naar de gezondheid van de pups en de ouderdieren. Zien hun oogjes en neus er glanzend uit? Zijn de oren proper? Hoe zit het met hun gewicht? Zo weet je meteen of je te maken hebt met een goede fokker.
   
• Zoals we al hebben gezegd, is de socialisatie van de pup enorm belangrijk. Een belangrijk deel van de socialisatie gebeurt in de eerste weken van het leven van de pup. Aangezien die het nest pas mag verlaten na ongeveer acht weken, ligt er dus een belangrijke rol bij de fokker. Vraag hem zeker wat hij al heeft gedaan voor de socialisatie van je puppy. Check op welke manier ze opgroeien: maken ze deel uit van het gezin of zitten ze in een apart hok? Let ook op het gedrag van de pups: zijn ze schichtig of eerder rustig als je hen bezoekt? Wat doen ze als je tegen hen praat en hoe reageren ze op plotse geluiden? Vraag zeker of je mag kennismaken met de moederhond. Hoe rustiger en stabieler zij in het leven staat, hoe beter voor haar pups. 

Ben jij helemaal overtuigd? Dan ben jij misschien binnenkort de eigenaar van een Lhasa apso. Overweeg zeker ook eens om een bezoekje te brengen aan het asiel. Daar zitten veel dieren die wachten op een gouden mandje. Bovendien zullen de medewerkers je kunnen helpen in de zoektocht naar een perfecte match!